Ik ken mensen die alleen nog maar ´spiritueel georiënteerde mensen´ om zich heen hebben. Zij noemen dat dan ´keuzes maken´ of ´je trekt naar je toe wat je vindt dat je verdiend hebt´. Is dit niet een geraffineerde vorm van xenofobie? Als je omgaat met mensen die anders tegen dingen aankijken dan jij, dan zul je daar vroeg of laat een confrontatie over krijgen. Niets is zo comfortabel dan mensen die jouw mening terugkaatsen. Als je alleen maar ´ja, dat klopt´ te horen krijgt, hoef je nooit je eigen standpunten tegen het licht te houden. Niets is zo comfortabel en zo zinloos als preken voor eigen parochie.´Your vibe attracts your tribe´is, hoe waar ook, nogal eens een dekmantel om mensen die niet tot jouw clubje behoren, buiten te sluiten. ´Da´s niet mijn frequentie, daar hoef ik niks mee´.
Iemand zei ooit tegen me: “niets is zo verzuild als jong, Randstedelijk Nederland. Het lijkt de jaren ´50 wel. Die vriendengroepjes zijn allemaal kliekjes met een vergelijkbaar beroep, dezelfde leeftijdscategorie, dezelfde levensfase, dezelfde aspiraties, dezelfde opvattingen, dezelfde hobby´s. En maar denken dat ze zo vooruitstrevend en tolerant en vernieuwend zijn. Maar als je afwijkt, kom je er niet tussen.” Je mag mensen niet in hokjes stoppen, maar ze gaan er wel zelf inzitten. Is hoge eisen stellen aan de mensen om je heen, al dan niet spiritueel, niet een vorm van snobisme? Is ‘ik wil die-en-die om me heen hebben’ eigenlijk niet verkapte manier om te zeggen ‘ik ben bang voor zus-en-zo’? Ik ken mensen die hoofdzakelijk omgaan met mensen met een ´spiritueel beroep´(yogastudio, praktijk, coach, trainer, healer, therapeut, etc) en in de praktijk alleen maar mensen om zich heen hebben die op dezelfde manier in het leven staan. Maar ik heb mijn twijfels bij de argumenten die ik vaak hoor. “Ik verdien fijne mensen om me heen.” “Ik trek dit aan door op een hoge frequentie te vibreren. Ik hoef niets met lagere frequenties.” ” Ik heb 3D achter me gelaten.” En tegen mij: “jij moet echt andere mensen om je heen hebben.”
Ik verdien het neusje van de zalm, alleen het beste is goed genoeg voor mij. Maar dan in spirituele termen. Iedere psycholoog weet dat mensen proberen status te verwerven met zaken die zich in kwaliteit onderscheiden van de massa. Degene met de grootste drum, de langste smudgeveer, die de meeste ayahuascaceremonies heeft bijgewoond, de dikste medicijnbuidel, heeft toch net iets meer status dan degene die dat niet heeft. Waar of niet? Mensen vinden het buitengewoon lekker om te weten dat ze overduidelijk aan de goede kant van de streep staan. Ik ben er ook niet vrij van, hoor.
Lees ook: Is spiritualiteit een andere ego identiteit geworden?
Ik ben enige tijd geleden verhuisd. Ik zat er over in of ´er wel mensen zoals ik zouden zijn´. Niet dat die in mijn oude woonplaats overvloedig aanwezig waren. Ik heb nu allemaal mensen om me heen die heel anders zijn dan ik en ik heb me nog nooit zo opgenomen gevoeld. Heel volkse mensen die ik in de stad gemeden zou hebben waar ik altijd welkom ben voor een kop thee, waar de ene peuk met de andere wordt aangestoken maar het voelt zo warm. Mijn gereformeerde buurvrouw die het vervelend vindt als ik op zondag afsnijd door haar poortje naar mijn achterdeur in plaats van het hele achterom door te lopen maar die me wel pannenkoeken komt brengen en op haar oude dag helpt de bezorgde bouwmaterialen naar binnen te dragen.
Ik leer zoveel. Het ‘hoog vibrerende’ van mij zal deze mensen niet opvallen. Wat kan mij dat eigenlijk schelen? Ze geven me iets waar ik de stad niet op hoefde te hopen: een gemeenschap. Ik leer mezelf minder serieus te nemen. Die pannenkoek zou ik eerder misschien geweigerd hebben want gemaakt van witte bloem. Want Spirituele Mensen eten zuiver. Ik dacht, mens, waar zeur je over? Ga je nou echt een warm gebaar afslaan omdat het niet biodynamisch verantwoord is? Van suiker en pickwick-thee ga je niet dood. Neem jezelf niet zo serieus met je hoge frequenties en je tribe. Het is wel eens verfrissend om verlost te zijn van dat eeuwige gewauwel over ‘je proces’. Want ergens vind ik dat best behoorlijk narcistisch om daar altijd zo mee bezig te zijn en te denken dat iedereen dat wil horen.
Ik zat ooit in een spirituele workshop. Mensen buitelden over elkaar heen met de meest grote doorbraken in hun proces, de één had doorgekregen dat ze eigenlijk een priesteres was en had haar naam veranderd, iedereen ging voor deze avond een´intentie vastzetten´, het was één grote verlichtingsparty. Ik dacht, ze zitten elkaar allemaal gek te maken. Ik ben ook bewust bezig met mijn ascensie. Maar mijn grote doorbraak, als ik de ironie mag gebruiken, is dat ik daarin een toontje lager ben gaan zingen. We hunkeren naar de grote ontsnapping aan onszelf, ons drama, alles wat ons tegenhoudt. Maar je kunt niet aan jezelf ontsnappen. Als je bereid bent open naar jezelf te kijken, ga je jezelf steeds wat minder in de weg zitten. Maak er niet meer van dan het is.
Enige tijd geleden overleed een tante van me. Alle neven en nichten werden gevraagd een goede herinnering aan mijn tante in te brengen voor de toespraak tijdens de uitvaart. Ineens schoot me te binnen: zij stelde geen eisen aan mensen. En dat was een enorme eye-opener. Ter nagedachtenis en om mijn tante in gedachten levend te houden, heb ik serieus besloten om niet meer zulke hoge eisen aan mensen te stellen. Het bevalt me ontzettend goed.
Ik heb niet langer het gevoel dat ik faal omdat ik geen joekel van een spirituele familie om me heen heb. Je kunt doorslaan in de wet van aantrekking. Ik dacht, mijn frequentie is niet goed, daarom ben ik zo alleen en nu moet ik nog 100.000x terugkomen op aarde, laat ik er maar heel hard aan gaan werken (valkuil), morgen, ja echt morgen begin ik eraan, ga ik helemaal openstaan voor alles wat het universum voor mij in petto heeft, ik ga onvoorwaardelijk houden van iedere botte hork die me op het station ondersteboven loopt omdat hij z’n trein moet halen, en alles komt goed. Het is allemaal niet zo belangrijk en hoogdravend. En ‘het proces’ luistert zeker niet altijd naar jou.
De ‘tribe’ die ik nu om me heen heb, bestaat uit mensen die ik van te voren niet zo had voorgesteld. Ze passen niet binnen het ‘spirituele profiel’. En toen ik ooit een community bezocht met het idee ooit in een woongemeenschap te gaan wonen, ben ik gillend weggerend. Iedereen dacht hetzelfde, deed hetzelfde, geloofde hetzelfde. Alsof ze allemaal met hetzelfde malletje waren uitgestanst. Iedereen herhaalde elkaars meningen en opvattingen. Ik vond het doodeng. Mensen die anders zijn dan jij, hebben een belangrijke rol, heb ik gemerkt. Ze leren je tolerantie, je mening tegen het licht houden, dat dingen niet zo in elkaar zitten als je dacht. Ze leren je om advocaat van de duivel te spelen ten aanzien van je eigen opvattingen. Soms houden ze je scherp, soms leren ze ouderwetse verdraagzaamheid. Mensen die zijn zoals jij, zijn comfortabel maar het is niet wenselijk alleen maar zulke mensen om je heen te hebben. Ik zie dat toch wel heel vaak tot een griezelig soort verkokering leiden. Of het nou christenen, yuppen, spirituele mensen of wie dan ook zijn. Ik zie het maar al te vaak gebeuren dat mensen met een sterke groepsidentiteit die samenklitten, onwrikbare opvattingen ontwikkelen over hoe de wereld in elkaar zit en wat er moet gebeuren, wie er fout en wie goed is. Ik zie dat bij milieuactivisten, dierenactivisten, alternatieve mensen, arbeiders, hoog opgeleiden en spirituele mensen. Die diversiteit aan mensen om me heen, die ik heb beschouwd als een onvermogen om mijn tribe op te bouwen, ben ik steeds meer gaan waarderen. Ik leer om mijn toon te matigen als ik als bijna-vegan tussen de melkveehouders woon die van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat aan het hooien zijn en een paar cent voor een liter melk krijgen. Je leert dat de wereld niet bestaat uit zwart/wit goed-en foutcontrasten als er door het hek een kalfje aan je vingers sabbelt. Natuurlijk staat dat beest methaan uit te poepen en is hij op brute wijze van zijn moeder gescheiden en gaat-ie over een paar maanden naar het slachthuis, maar de boer werkt zo hard om zijn hoofd boven water te houden dat hij geen tijd meer heeft om na te denken.
Ik heb geleerd dat je niet in een bepaald ‘hoekje’ hoeft te zitten om je eigen identiteit te hebben en dat je daarvan niet afhankelijk bent van andere mensen. Je kunt waarderen en openstaan voor alles om je heen zonder je morele code te verliezen en te vergeten wie je zelf ook al weer was. Als ik me in een hippe stadsbuurt opsluit en alleen omga met meditatieleraren en yogadocenten en mensen die bijna exhibitionistisch hun ‘proces’ op internet kwakken, zal ik me minder vaak ergeren aan lompe aannemers, zielige koeien en mensen met een bekrompen mentaliteit dan nu. Ik zou ook heel veel niet leren wat ik nu wel leer.