Hoe je je kind kan helpen om zich meer te uiten

Kinderen denken mee en vinden hun eigen antwoorden als je ze daar de ruimte voor geeft. Door ze de goede vragen te stellen, kunnen ze hun eigen bron raadplegen. Hoe stel je je kind de goede vragen?

Ik ben als kind opgegroeid met de vanzelfsprekendheid om te gehoorzamen aan autoriteiten. Volwassenen waren er van overtuigd dat zij de waarheid in pacht hadden. “Kijk, zo zit het in elkaar” legden ze uit. En ik gehoorzaamde, omdat ik dacht dat ze het wel zouden weten.

De volwassenen zeiden: “Als je naar mij luistert komt het goed”. “Als je naar mij luistert ben je veilig”. Ze waren er oprecht van overtuigd dat ze een goede opvoeding gaven. En als kind wílde ik dat het goed kwam. Ik wílde dat het veilig was. En ik ging ‘de waarheid’ van de grote mensen geloven. De lading van de woorden van de meester, juf, vader, moeder of de kapelaan verankerden zich schaamteloos in mijn systeem.

Kinderen kunnen heel goed meedenken

Als tiener ontdekte ik dat het leven geen gebruiksaanwijzing had. Soms liep het niet goed af, hoe ik ook mijn best deed. Verdriet, schaamte, boosheid en angsten zijn niet te vermijden ontdekte ik, hoezeer ik ook volgens ‘de regels’ leefde. De ‘regels’ die ik had geleerd klopten niet met mijn werkelijkheid. Ik ging het anders doen. Toen ik moeder werd, was ik vastbesloten deze programmeringen niet door te geven.

Maar hoe dan? Als alleenstaande moeder was ik vaak onzeker. Doe ik het wel goed? Ik dacht dat ik alle uitdagingen van het opvoeden alleen moest oplossen. En dat lukte niet altijd. Ik vroeg me af of ik wel een goede moeder was.

Deze onzekerheid bleek juist een waardevolle schat.

Het was vakantie en ik wilde erop uit met de kinderen. Ik bedacht wat we konden gaan doen en in mijn hoofd speelde het gesprek met de kinderen zich daarover al af. “Nee, ik wil niet naar het bos, nee ik wil niet…..”, hoorde ik ze in gedachte zeggen. Ik weet nog precies dat ik tegen het aanrecht geleund stond en naar mijn kinderen keek die de laatste restjes van hun ontbijt aan het wegwerken waren. De korstjes van het brood netjes op de rand van het bord gelegd. “Wat gaan we vandaag doen mama?” Daar had je het al. En nu? Rustig vertelde ik wat ik graag met ze wilde doen, maar dat ik dacht dat ze dat niet allebei zouden willen. Even was het stil. Mijn dochter van 7 jaar zei: “Maar dan kunnen we het toch op een andere manier doen? Bij voorbeeld dan gaan we……”. “Ja”, voegde mijn dochter van 5 jaar toe, “en dan nemen we dit en dit mee.” Mijn mond viel open van verbazing. Wat konden ze goed meedenken. Ze hadden creatieve ideeën, waar ik zelf niet op was gekomen. Ze gebruikten mijn voorzetje om samen de bal in te koppen. En nu werd het een uitje van ons drieën.

Door mijn kinderen mee te laten denken en ze vragen te stellen vanuit mijn oprechte belangstelling, leerde ik ze op een andere manier kennen. Ik kreeg respect voor hun creatieve gedachtegang en zij kregen respect voor mijn belangstelling.

Het zijn inmiddels volwassen dames van 24 en 25 jaar die durven te zeggen waar ze van dromen, wat ze vinden en wat ze voelen. Ze zijn gewend om na te denken over zichzelf en kunnen hun gedachten en gevoelens goed verwoorden.

Geef je kind ruimte met de juiste vragen

Het verwoorden van gevoelens moeten kinderen tussen 5 en 10 jaar nog leren. Dat komt omdat hun analysator nog niet is ontwikkeld. Ze merken veel op in hun omgeving; de spanning tussen ouders, een nare sfeer in de klas of op het schoolplein of als mensen het één zeggen en ze eigenlijk iets anders voelen. Kinderen voelen die dubbele boodschap. Omdat ze aan al die indrukken nog geen naam kunnen geven, hopen de spanningen zich op. Als je dat bedrukte gezichtje ziet en vraagt: “He, wat is er met je aan de hand?” dan halen ze met een beteuterd gezicht hun schouders op en dan weten ze het niet. Als je zou vragen: “Wat voel je in je hoofd? Of je buik?” dan hebben ze een aanknopingspunt: hun eigen buik, hun eigen hoofd. Je zult dan eerder een antwoord krijgen. Het kind voelt zich gezien door jou.

Je zou vragen aan je kind kunnen stellen waar het zich iets bij kan voorstellen, wat het voor zich kan zien. Met vragen als “Hoe zie je dat voor je?” of “Hoe komt dat?” spreek je het beeldend vermogen van het kind aan en kan het met zijn/haar verbeeldingskracht een antwoord geven. Laat je vragen bij je opkomen vanuit je nieuwsgierigheid. Door deze belangstelling voor je kind voelt het zich gesteund. Het krijgt ruimte om te vertellen wat er in hem/haar omgaat. Je kind gaat zelf nadenken en leert zijn/haar eigen antwoorden vinden.

Hoe stel je je kind goede vragen?

Jij kunt als ouder je kinderen leren om zelf hun verbeeldingskracht te gebruiken. Je kunt er gerust van uitgaan dat je kind aan jou wil vertellen wat er in hem/haar omgaat. Jonge kinderen kunnen dit nog moeilijk verwoorden, dus hoe stel je vragen aan je kinderen zodat ze hun eigen antwoorden gemakkelijker kunnen bedenken? Dat vertel ik je graag in een serie van drie mails. Schrijf je hieronder in.

Picture of Lity van Hoboken

Lity van Hoboken

Lity van Hoboken heeft twee kinderboeken geschreven Lisa is gewoon…anders en Mijn Droomspeelboek Kinderen hebben een kracht die ze voor zichzelf kunnen gebruiken: hun verbeeldingskracht. De kracht om dat wat je van binnen voelt en meemaakt als reëel, in beelden, voor te stellen. En die eigen beelden en eigen fantasieën voor zichzelf te laten werken. Oh! Kan dat ook? Kan ik dat ook? De boeken helpen kinderen om hun zelfvertrouwen te ontwikkelen en ze gaan zich sterker voelen.
5-hoek

Overige artikelen

Moeders ondersteun en versterk elkaar!
Waarom zijn kinderen nu al moe en hoe kunnen jij en je kind weer opladen?
Hoe je je kind kan helpen om zich meer te uiten
Je kind is je spiegel… Durf jij erin te kijken?
Het probleem van het kind is een oplossing voor de ouders
7 tips om met meer ontspanning op te voeden
Waarom straffen niet helpt bij het opvoeden
Artsen leggen uit hoe onze hersens tijdens een boswandeling veranderen
Onderzoekers tonen gevolgen van lijfstraf op persoonlijkheid en IQ
Ben jij eigenlijk van hier? Kenmerken van starseeds in het dagelijks leven
Worstelt jouw kind met een natuurtekortstoornis?
Hoe de energie van nieuwetijdskinderen op hun ouders uitwerkt