Elk kind is anders. Elk kind leert anders. Elk kind is een unieke optelsom van temperament, ontwikkeling, aanleg en verwerkingsvoorkeur. Elk kind heeft dus zijn eigenheid, het maakt hem of haar tot wie hij of zij is. Maar als we kijken naar het Onderwijs door de bril van de Minister, dan bekruipt het gevoel je dat door de grote klassen en de voorkeur voor cognitieve ontwikkeling je elk kind tekort doet in die eigenheid.
Het unieke kind
Het zijn allemaal unieke wezentjes, die kinderen op de Basisschool. Stuk voor stuk laten ze, als je ervoor openstaat, hun eigenheid zien. Ze zijn allemaal anders en juist dat maakt het zo mooi om met ze te werken. Dat maakt dat je niet alleen kan spreken over en klas, maar ook over een optelsom van individuen. Van eigenheden.
Kijken we anders naar kinderen dan vroeger?
We leven in een wereld die veel veranderingen heeft ondergaan en dus zijn onze kinderen ook anders. Van het spelend de wereld ontdekken, zien we dat kinderen ontdekken door het scherm van de televisie, computer en welk ander beeldscherm dan ook. Het buiten spelen is veel minder geworden en het ervaren is gereduceerd. We zijn een snelle Maatschappij geworden, waar kinderen in mee moeten hollen. De eisen die gesteld worden zijn opgeschroeft en we moeten onze kinderen voorbereiden op wat de wereld vraagt. En ja, we kijken door deze bril van kennis en weten. Dus toetsen we vanaf jongs af aan hun kennis en zetten dat in tabellen.
De emotionele ontwikkeling
Hebben we in het Basisonderwijs oog voor de emotionele ontwikkeling van kinderen? Doordat de druk van weten en leren zo hoog ligt gaan veel leerkrachten voorbij aan de emotionele ontwikkeling van kinderen. Als kinderen in die ontwikkeling niet de juiste steun krijgen gaan de leerprestaties omlaag. Juist in deze tijd van de vele scheidingen en patchwork gezinnen blijven veel kinderen steken, omdat ze in de verwerking van hun emotionele processen,geen energie meer kunnen opbrengen voor leren. Er wordt ondergepresteerd, kinderen gaan agressie vertonen of trekken zich terug in hun eigen wereld waardoor ze in de groep buitenspel staan.
Kijken met je hart
Wil je elk kind recht doen in zijn of haar unieke eigenheid dan vraagt dat om te gaan kijken met je hart. Als je zo kijkt houd je rekening met wie het kind van oorsprong is. Door alles wat een kind meemaakt raak je soms het zicht kwijt op de mogelijkheden die het kind heeft. Je raakt gefixeerd op gedrag dat je als storend ervaart, het lukt niet meer om zelf anders waar te nemen.
Niet de vraag: ‘Wat kan jij?’ is van belang, maar veel meer: ‘Wie ben jij?’ Als kinderen naast het leren de mogelijkheid krijgen zich te uiten via creatieve expressie, dan mogen ze zichzelf laten zien in hun totaliteit. Dan gaan we versteld staan. Want dan kan het gaan stromen, die eigenheid.
Luisteren naar emoties
De Minister wil de kennis opschroeven van de leerkracht en Pabo student. Cognitie wederom. Echter, het zou een aanbeveling zijn om deze doelgroep bij te scholen in kennis over emoties van kinderen ( en henzelf). Leren om signalen waar te nemen waaruit blijkt dat leerlingen stoeien met zichzelf en de dingen die op hun pad komen. Dat hoeven geen lange sessies te worden. Dat kan zelfs door een blik van verstandhouding, een bemoedigende opmerking en vooral door te leren benoemen van de emotie die je ziet. Daarna kan een kind verder. Dan kan er weer geleerd worden. Dan ben je gezien in wie je eigenlijk bent.