Ik zeg wel eens hardop dat ik goed kan voelen. Als ik niet nadenk, zeg ik er dan achteraan. Nou denk je misschien, behalve dat ik nu wel héél eigenwijs overkom, dat niet nadenken betekent dat je geen gedachten moet hebben om goed te kunnen voelen, en dat de gemiddelde mens die 60.000 gedachten per dag heeft dat wel nooit zou kunnen bereiken. Misschien ook wel omdat we constant gedachten herkauwen, vooral die van gisteren. Grotendeels negatieve, waarmee we onszelf pijnigen. Maar dat is niet zo. “Voelen” kun je jaren perfectioneren. Maar je kunt het ook herinneren. Dat het er al is. Die verbinding met dat gevoel, en het weten en de waarheid die daarbij hoort.
Ik heb mezelf bijna drie decennia wijsgemaakt dat ik slecht kan voelen. Dat kwam mede door twee dingen: Ik voelde meestal een andere waarheid dan de mensen om me heen. En twee: 60.000 gedachten per dag, vooral die van gisteren, grotendeels negatieve, waarmee ik mezelf pijnigde. Noem het gerust (voor)oordelen. En die staan al snel in de weg. Van het al te goed willen voelen. Niet kunnen, maar willen, zeg ik er dan achteraan. Het blijft een keuze immers.
Ik kan inmiddels heel goed voelen. Hoe mijn hoofd me toen beschermd heeft zodat ik kon overleven.
“Weet je dat andere kinderen bang zijn voor je, Gordon”?
Zo vroeg een lerares me eens. Ik was misschien elf. Veertig jaar geleden. “Voor je mond. Voor de dingen die je zegt. Ze zijn zo raak”. Ik deed het al sinds de eerste dagen van de lagere school, maar het was me nooit opgevallen. Wij volwassen noemen dat passieve agressie. Ik toen preventieve. Meestal gebruikte ik humor. Hoe onveiliger ik me voelde hoe harder en kouder mijn toon. Ik was net mijn moeder.
Als ik zeg dat ik goed kan voelen bedoel ik eigenlijk dat ik me tegenwoordig weer goed kan verbinden met andere mensen. Als een kind. In het moment. Zonder oordeel, zeg ik er dan achteraan. Nou denk je misschien dat niet oordelen betekent dat je totaal geen oordelen mag hebben om je goed te kunnen verbinden met anderen, en dat de gemiddelde mens dat wel nooit zou kunnen bereiken. Dat is niet zo, maar het helpt enorm. Vooral naar jezelf. De onvoorwaardelijke eenheid van waaruit je gekomen bent kun je in of na je kindertijd willen vergeten. Dat kun je jaren perfectioneren. Maar je kunt het je op gegeven momenten ook willen herinneren. Dat het er altijd al geweest is.
Ik kan nu heel goed voelen. Wat het verschil is.
- Tussen een gesloten en een open hart.
- Tussen eenzaamheid en verbondenheid.
- Tussen liefde en onvoorwaardelijke liefde
- Tussen gisteren en nu.
Ik kan heel goed voelen. Dat ik van tevoren gretig getekend heb hiervoor.
Om te mogen leren hoe ik eenheid kan ervaren in dualiteit.
Door mezelf te zijn.
Wie wil dat nou niet?
Ps. volg me hier op Instagram