Dualiteit en Yin en Yang in de westerse wereld
De meesten onder ons hebben wel eens van yin en yang gehoord, Chinese termen die de twee tegengestelde krachten symboliseren waar heel het universum van doordrongen is. In China zijn yin en yang al eeuwenlang bekend, en is het zelfs vrij normaal om er in het dagelijks leven rekening mee te houden.
Wij Westerlingen schenken daarentegen weinig of geen aandacht aan dualiteit. Jammer, want het principe speelt een belangrijke rol bij onze geestelijke ontwikkeling.
Dualiteit als beginsel wil zeggen, dat wij bij alles in de zichtbare vormenwereld geconfronteerd worden met polariteiten: begin en einde, voorspoed en tegenslag, zwart en wit, oost en west, zomer en winter, eb en vloed, vroeg en laat, links en rechts, ingang en uitgang, hier en daar, en ga zo maar door. De mens is eveneens een dualistisch wezen. Hij bezit een linker en rechter hersenhelft, gevoel en verstand, en leeft bij de gratie van in -en uitademing. Hij kent leven en dood, gezondheid en ziekte. Zelfs onze emoties en gedachten zijn dualistisch. Liefde en haat, vreugde en verdriet, goed en kwaad, sympathie en antipathie, aantrekken en afstoten, staan tegenover elkaar en wisselen elkaar af. We zijn dik of dun, rustig of druk, positief of negatief ingesteld, introvert of extrovert. We kunnen winnen of verliezen, en vaak is het alles of niets.
Dualiteit vormt de basis van de manifeste wereld. Zelfs de bijbel schenkt er aandacht aan. Om precies te zijn waar het onderwerp thuishoort, namelijk in het boek Genesis. Dus aan het begin van de schepping.
Op nogal symbolische wijze wordt er verteld dat God achtereenvolgens hemel en aarde, licht en duisternis, dag en nacht, zon en maan, man en vrouw, Adam en Eva schiep. Daarmee aangevend dat polariteiten zich in alle facetten van het leven hadden geïnfiltreerd, hetgeen noodzakelijk was om de formatie (de schepping van de zichtbare wereld van beelden en vormen) verder uit te kunnen bouwen.
Zoals opgemerkt, oefent dualiteit invloed uit op onze geestelijke ontwikkeling, en het is hierdoor dat met name godsdiensten, filosofische en spirituele stromingen zich voor het onderwerp interesseren. Dualiteit is immers tegengesteld aan eenheid, dat wil zeggen aan eenheids -of goddelijk bewustzijn. Wil de mens goddelijk bewustzijn realiseren, dan zal het ervaren van polariteit plaats moeten maken voor eenheid, wat neerkomt op een omvangrijk en diepgaand proces van transformatie en bewustwording.
Globaal zijn er drie niveaus te onderscheiden, waarop wij dualiteit kunnen benaderen.
Wie onbewust omgaat met tegenstellingen en er geen aandacht aan schenkt, loopt het risico er op negatieve wijze door te worden beïnvloed.
Meest in het oog springend is een dualistische wijze van denken. Wij denken “gespleten”, hetgeen tweestrijd en afgescheidenheid te weeg brengt tussen partijen. Bijvoorbeeld waar het rivaliteit betreft tussen man en vrouw, blank en zwart. Vooral veroorzaakt dualiteit afgescheidenheid tussen ik en de ander. De ik-beleving (ego) ontstaat uit dualistisch denken en andersom.
Dualiteit speelt eveneens een rol op emotioneel gebied. Onze stemming kan sterk wisselen. Wie kent niet de uitdrukking “Jantje lacht, Jantje huilt”?
Ook kan dualiteit veel twijfel veroorzaken. Dan is het moeilijk om een keuze te maken tussen het één óf het ander, tussen dit óf dat.
Tot slot moet gezegd, dat we geneigd zijn op één been te hinken. Daarmee is bedoeld dat we alleen datgene accepteren wat als positief wordt ervaren. Van gezondheid en ziekte bijvoorbeeld, wordt alleen gezondheid geaccepteerd. Hetzelfde geldt voor leven en dood en vele andere verschijnselen, waar we etiketten “goed of kwaad” en “positief of negatief” op plakken.
De conclusie is hier dat
- a) dualiteit ons aanzet om een subjectief en eenzijdig oordeel te vellen, en
- b) we uit evenwicht raken door op één been te lopen.
Door in te zien dat tegengestelde krachten bij elkaar horen, veranderen onze waarneming en gedachtewereld.
We overzien een groter geheel. We zien zowel de positieve zijde als de negatieve kant van iets. Het is niet langer dit óf dat, maar dit én dat. Het is niet ja óf nee, maar Ja met een hoofdletter, namelijk acceptatie van beide polen. Inzien dat beide polen functioneel zijn.
Dan spreken we van Paren van Tegenstelling die elkaar aanvullen, en van elkaar afhankelijk zijn. Het één ontstaat uit het ander. Als het enkel licht was zouden we het licht niet herkennen. We nemen licht waar door zijn tegenstelling duisternis. We kunnen ons enkel een beeld van het goede vormen, in relatie tot het kwade.
Het overzien van beide polen levert een neutrale houding op en vooral innerlijk evenwicht. De slinger van de klok slaat gestaag naar links én naar rechts en staat in het midden stil.
Bij de derde fase ontstaat er synthese van Eenheid. Bewustzijn van dualiteit verandert in bewustzijn van eenheid. Er bestaan geen tegenstellingen meer, want alles is Eén en Eén en Dezelfde. Jij en ik zijn dezelfde. Logisch dat deze situatie zich niet langer op het niveau van de vormenwereld afspeelt, maar in geestelijk Zijn.
Afgezien van bovenstaande heeft dualiteit nog meer gevolgen, die overigens vrij makkelijk te herkennen zijn.
DUALITEIT EN VERANDERING
Bij sommige verschijnselen zoals dag en nacht, ochtend en avond, eb en vloed, in -en uitademing, de vier jaargetijden, en de maanfasen is een duidelijk ritme te constateren waardoor een en ander voorspelbaar is. In zekere zin zijn leven (geboorte) en dood eveneens voorspelbaar. We weten in ieder geval dat we allemaal een keer geboren zijn en weer dood zullen gaan. Andere zaken, zoals gezondheid en ziekte, oorlog en vrede zijn helemaal niet te voorspellen. Desondanks was men in de Oudheid van mening dat elk tij een keer zou veranderen in haar tegengestelde. Alleen het moment waarop, dát was de vraag waar sterrenwichelaars, profeten en andere wijze mannen zich hoofdzakelijk mee bezighielden.
BEWEGING
Naast verandering en afwisseling zorgt het dualiteitprincipe voor actie en beweging. De slinger van een klok beweegt zich van links naar rechts, waarna het proces omkeert. Op een wipwap bewegen kinderen zich van hoog naar laag en andersom. Een té veel stroomt over naar een té weinig. Door linker en rechter been te bewegen kunnen we lopen. In schijnbaar cyclische beweging komt de zon op en gaat weer onder om vervolgens weer op te komen. Aldus zet dualiteit de kringloop van bestaan (het levensrad) in beweging en verschijnt er zoiets als tijd (verleden en toekomst).
EVOLUTIE
Bij evolutie, groei en ontwikkeling speelt dualiteit eveneens een rol, echter niet door middel van kringloop.
Bij kringloop – bijvoorbeeld de schijnbare beweging van de zon – is geen sprake van groei. De zon komt op en gaat weer onder, en zo gaat het alsmaar door zonder dat er sprake is van enige ontwikkeling of vooruitgang.
Evolutie verloopt dan ook volgens een spiraal, waarbij iemand zich naar het centrale middelpunt toe ontwikkelt of juist daarvan af.
Richting geest (involutie) bewegen we centripetaal.
Richting stof (evolutie) bewegen we in centrifugale richting.
HET KRUIS
Bij het dualiteitprincipe kunnen we twee niveaus onderscheiden, een horizontaal en een verticaal niveau.
Op het horizontale pad (het aardse vlak) worden we met de vele bekende tegenstellingen geconfronteerd.
Bij het verticale pad komt het dualiteitprincipe als zodanig tegenover heelheid en eenheid (Eén-ZIJN) te staan.
De verticale weg is tevens de verbinding tussen stof en geest, aarde en hemel.
DUALITEIT EN EVENWICHT
Hoe meer de slinger van de klok naar links of rechts uitwijkt, hoe extremer we denken. We wikken en wegen, maar in het midden staat de slinger stil. Daar komen de Paren van Tegenstelling in evenwicht.
In het oude Egypte was het de godin Maät die de Paren van Tegenstelling in de gaten hield, en zorg droeg voor het kosmisch Evenwicht. Zij speelde eveneens een rol tijdens het dodengericht, waarbij het hart van overledenen op de weegschaal werd gewogen. Volgens de Egyptenaren was het hart de zetel van het geweten. In de Oudheid had rechtspraak dus niets te maken met een subjectief oordeel tussen goed of kwaad, maar werd er verantwoording afgelegd of men wel overeenkomstig het kosmisch Evenwicht had geleefd.
Tot slot nog dit.
De bedoeling van evolutie is, dat de mens zich weer bewust wordt van zijn goddelijke aard, namelijk heelheid -en eenheidsbewustzijn. De aarde met haar dualiteitbewustzijn is daarvoor de geschikte leerschool. Immers men kan zich alleen van eenheid bewust worden door middel van tegenstelling.
In feite wordt dit ook uitgelegd aan de hand van het paradijsverhaal.
In het paradijs leefden Adam en Eva in eenheid, maar omdat zij “kennis hadden verkregen van goed en kwaad” (namelijk toen het dualistisch denken zijn intrede deed), werden zij uit die paradijselijke eenheid verdreven. In het vervolg zouden zij een aards bestaan leiden. Door op aarde te leven in dualiteit en duisternis ontstaat de behoefte zich naar het Licht en Eenheid te keren. Dit keer volledig bewust. Deze weg terug leidt langs de gulden Middenweg. Eerst het horizontale pad. Daarna het verticale pad.