Iedereen kent op zijn of haar manier wel de kracht van herhaling. Als kind leer je al je boodschappen te herhalen omdat het effect heeft. Een kind zegt meestal niet één keer dat het zijn groente nu niet lust, het wil zeker weten dat je luistert. Andersom werkt het ook, maar ik had als kind totaal niet door wat voor effect herhaling op mij had.
In mijn jeugd beschouwde ik mezelf als ‘links’, politiek gezien dan. Mijn moeder kwam uit een echt arbeidersgezin. Haar opa was slachter, haar vader timmerman. En ik zag dat “de gewone man/vrouw” in Nederland het maar zwaar had, met al die financiële stress en al dat overleven. En waar dat toe leidde: heel je leven keihard werken en daarna met een karig pensioen achter de geraniums. Het lichaam kapotgewerkt en heel je leven vrijwel ondergewaardeerd en onopgemerkt in de samenleving. Dus de eerste partij waar ik op stemde was de PvdA. Van en voor de arbeiders immers, dat las ik al jaren in de krant en zo vertelden de politici dat op tv.
De jaren daarna ben ik trouw in variaties links blijven stemmen, op naar een socialere wereld. Maar er begon iets te knagen. Er veranderde niks.
Over de grote linie in die tientallen jaren dat ik de politiek wereldwijd volgde veranderde er vrijwel niks, noppes, nada, ten goede voor de mensheid, laat staan de gewone man. Alleen maar gepraat aan de oppervlakte. Ik verlangde naar meer dan politici horen spreken of toneelspelen om stemmen te winnen zonder de bedoeling om doorvoelde informatie over te dragen. Ik verlangde naar een wereld waar mensen eindelijk zouden zien dat er al lang genoeg is. Genoeg. Eten, geld, onderdak en overvloed voor iedereen. Want dat is er. Tel maar op. Maar die verschuiving kwam er maar niet. Niet van links, niet van rechts, niet uit het zogenaamde midden. En uiteindelijk deed ik een stap naar achteren.
En toen zag ik de kracht van herhaling.
Ons wordt wereldwijd, ons hele leven, elke dag, in de meeste scholen, op elk publiek tv-kanaal, en in elke grote krant, op elk scherm, en door vrijwel alle politici, links en rechts, verteld dat wij mensen afgescheiden zijn van elkaar. Constant. In allerlei variaties: koning en onderdaan. Arm en rijk. Links of rechts. Afrika en Europa. Jood of christen. Burger en burgemeester. Homo of hetero. Zwart en wit. Man of vrouw. Allochtoon of autochtoon. Autist of neurotypisch. A- of B-merk. Belg of Nederlander. QR of niet. Meer of minder.
En ik was erin getrapt, in die jarenlange conditionering, realiseerde ik me. Niet in alles. Ik heb altijd onbewust geweten dat er genoeg is voor iedereen en dat we allemaal gelijkwaardig zijn. Maar linksom of rechtsom heb ik me vroeger wel degelijk vaak groter of kleiner, meer of minder, beter of slechter gevoeld dan anderen.
Pas toen ik begreep dat ik eerst meer van mezelf mocht houden om me meer met anderen te kunnen verbinden, kon ik nog een stap naar achteren doen.
En toen voelde ik de kracht van mijn hart.
Het vertelde me dat alles één is.
Ik wist ineens weer wat waarheid is.