Wij mensen zijn rare wezens. Ik weet natuurlijk niet precies hoe dat bij jou zit, maar in mezelf herken ik een aantal oude patronen die bij nadere inspectie echt heel raar zijn en het tegenovergestelde effect hebben van wat ik probeer te bereiken. In mijn verlangen naar verbinding, veiligheid en acceptatie hou ik ze juist buiten de deur…
Ik wil graag in een staat van zijn verkeren waarin ik ontspanning en liefde ervaar. Waarin ik het geluk van onvoorwaardelijk houden van mijn leven kan proeven. En wie wil dat nou niet? Hoe komt het dan toch dat ik als ik eventjes niet oplet, iets in mijn systeem alles op alles zet om een leven te creëren waarin die staat van zijn onmogelijk is…? En ik heb zomaar het vermoeden dat ik daar niet de enige in ben.
Veiligheid
Stel, je hebt iemand ontmoet en daar klikt het heel erg mee. De aantrekkingskracht is enorm. Energetisch, fysiek, enzovoort. Vlinders in je buik, al je cellen gaan open, je levenskracht bruist en borrelt door je heen. Heerlijk! En stel je voor dat het ook wederzijds is. Dat jij die ander op net zo’n fijne manier openzet. Niets leukers dan een nieuwe liefde die voluit mag stromen.
Wanneer jij je helemaal opent voor een ander is dat heel erg fijn, maar het is ook heel erg spannend. Want in al die openheid ben je ook kwetsbaar. Dat kan onveilig voelen. Dus maken we afspraken. Dat we bepaalde dingen wel doen en andere niet. Heel veel afspraken en in principe komen ze erop neer dat we elkaar geen pijn zullen doen. Want we houden van elkaar.
Het werkt helemaal niet
Maar het rottige is: we kunnen ons helemaal niet aan deze afspraak houden. We gaan elkaar namelijk wel pijn doen. Hoe meer afspraken er zijn, hoe meer we ons er op enig moment niet aan zullen kunnen houden. Onvermijdelijk. Waarschijnlijk niet opzettelijk, maar we kunnen onmogelijk ons eigen leven leiden wanneer we steeds maar bezig zijn met de gevoelige plekken van de ander te vermijden. Dat gaat niet.
En in plaats van dat we ons dat realiseren en die basisafspraak dus gewoon de deur uitdoen, maken we hem alleen maar strakker. Houdt de ander zich ergens niet aan een afspraak, dan maken we er nog een paar bij. Gaat er iemand over de schreef, dan trekken we de teugels aan. Dan creëren we nauwere kaders waarbinnen we weer veiligheid voelen. Oké, als we het zus en zo doen, gaat het wel weer.
Maar het is nou eenmaal zo dat er binnen grenzen uiteindelijk altijd verzet tegen die grenzen zal ontstaan. Terwijl er geen weerstand is als er niets is om je tegen af te zetten. Niemand hoeft ergens uit te breken wanneer er geen muren zijn. Zie je de mindfuck? We trekken de boel strak en daarmee creëren we precies datgene dat we niet willen. We creëren (de potentie) van onveiligheid in onze behoefte aan veiligheid.
Acceptatie
Naast een verlangen naar veiligheid is er in ons mensen ook een verlangen naar acceptatie. Er is weinig wat we liever van onze geliefden willen dan gezien en geliefd worden. We willen dat de ander met heel zijn of haar hart houdt van wie wij zijn. Dus laten we die ander al die mooie stukken van onszelf zien. Die prachtige diamanten die schitteren in het licht van onze ziel. En we voelen de liefde over ons heen stromen.
En de donkere stukken laten we even liggen. De kanten die we niet fraai vinden aan onszelf, waar we onszelf op veroordelen, daar vallen we de ander niet mee lastig. We willen niet dat de ander onze jaloezie, onze klein-geestelijkheid, onze onzekerheden, ons onvermogen ziet. We willen geen afwijzing riskeren.
En het verdrietige is dat we hiermee dus precies dat verlangen naar acceptatie buiten ons bereik houden. Want we kunnen ons fijn voelen in de warme regen van iemands waardering en liefde voor ons licht, diep vanbinnen zijn we ons toch altijd bewust van onze schaduw. En van het feit dat we die niet durven laten zien en daarmee de ander nooit de kans geven om ook die te accepteren en omarmen als deel van ons mens-zijn. De ander kan ons nooit volledig liefhebben als we delen van onszelf weghouden.
Draai het om!
Wat zou er gebeuren wanneer we zouden stoppen met elkaar in de naam van liefde te begrenzen? Geen afspraken maken. Wanneer we diep vanbinnen zouden geloven dat de ander domweg een goed en liefdevol mens is en in alle vrijheid van ons houdt? Dat het zijn van die ander gewoon oké is, net zoals dat van onszelf?
Wat als we elkaar niet meer proberen vast te houden? Maar juist onze hand openen. In een vertrouwen dat wanneer we eventjes bij elkaar weg zijn, op een eigen avontuur gaan, dat er vanzelf weer een verlangen naar elkaars nabijheid ontstaat. We hoeven het niet te benoemen, niet te kaderen, want we zijn al geliefden van elkaar. De verbinding in liefde is er.
Wat als we besluiten ons volledig te openen voor elkaar? Elkaar toegang verlenen tot alles wat er in ons leeft? Niets hoeft, maar je bent overal welkom? Je mag me zien zonder maskers, zonder harnas, zonder pantser van welke orde dan ook. In al mijn wildheid, in al mijn eenvoud, in al mijn licht en mijn schaduw.
Ik neem het risico van afwijzing omdat ik de mogelijkheid van verbinding wil toelaten. Als ik het risico neem dat je wegvliegt zonder terug te keren, kun je juist in alle vrijheid wel terugkeren. Als ik het risico neem dat je mij afwijst, kun je mij in alles wie ik ben liefhebben.
Wat als wij alle controle over de ander en de verbinding durven los te laten? Het in plaats daarvan te laten zijn wat het wil zijn. Wat zou er toch voor wonderbaarlijk moois gebeuren wanneer wij nou eindelijk ons diepe verlangen naar onvoorwaardelijke liefde vervullen, simpelweg door erop te gaan vertrouwen?