Helemaal in je kracht staan met je sensitiviteit, wie wil dat niet? Zo stevig in jezelf staan dat je dat wat je van anderen voelt zonder weerstand kunt voelen en ook gelijk weer kunt loslaten. Dat je het voelt, maar er geen last meer van hebt. Maar ook: kunnen doen wat voor jou belangrijk is. Flexibel kunnen zijn en je niet meer beperkt voelen door je hooggevoeligheid.
Om dat te kunnen ervaren en helemaal in je kracht te staan met je sensitiviteit zijn vier dingen van belang:
1) Een goede gronding
Je gronding is je fundering, de basis waar je letterlijk en figuurlijk op staat. Als die basis stevig is, kun je heel veel hebben. Is de basis wankel of niet aanwezig, dan voel je je snel kwetsbaar en uit balans.
Je hebt je gronding nodig om los te laten wat niet (meer) van jou is. Zodat dat wat je voelt door je heen kan stromen en ook gelijk weer de aarde in kan, in plaats van dat het blijft hangen in je eigen energie. Als dat gebeurt loop je heel snel vol en raak je overweldigd door alles wat je voelt.
Hoog-sensitiviteit betekent dat je informatie dieper verwerkt dan anderen. Je voelt alles dieper, zowel je eigen gevoelens als die van anderen. Je gronding helpt je om los te laten wat niet van jou is én om je eigen emoties los te laten zodra je ze doorvoeld hebt. Zodat je niet de hele dag blijft rondlopen met dat wat er ‘s ochtends vroeg is gebeurd.
2) Je eigen energie bij elkaar houden
Als je in balans en in je kracht wilt zijn met je hooggevoeligheid is het belangrijk dat je je focust verlegt van de buitenwereld terug naar jezelf.
Veel hooggevoelige mensen zijn continu met hun aandacht bij de buitenwereld: bij dat wat de mensen om hen heen voelen, zeggen en denken. Ze zijn eigenlijk veel meer bezig met anderen dan met zichzelf. En dat is een enorm energielek.
Zodra je verantwoordelijkheid neemt voor wat iemand anders voelt dan ga je over een grens en loop je leeg. Je hebt geen controle over wat iemand anders doet, zegt of denkt. Je hebt alleen controle over jezelf.
Als je steeds met je aandacht bij anderen bent dan ben je met je energie overal en nergens. Daardoor ben je snel uitgeput en verlies je ook de stevigheid van je gronding. Je bent niet meer gecentreerd en daardoor ben je niet alleen je centrum en je gronding maar ook je balans binnen no-time kwijt.
De truc is om je energie heel bewust binnen de grenzen van je eigen energieveld te houden. De grens van je energieveld ligt op ongeveer een armlengte (60 cm) van je lichaam, aan alle kanten. Stel je voor dat je in je eigen bubbel van energie zit met een duidelijke grens waar jij ophoudt en de buitenwereld begint. Stel je voor dat je al jouw energie en aandacht terughaalt naar jezelf, binnen jouw eigen energieveld. En observeer vanuit daar wat er in de buitenwereld gebeurt.
3) Acceptatie van dat wat je voelt
Een derde grote sleutel is het accepteren van je sensitiviteit en dat wat je voelt van jezelf en van anderen. Hoe harder je vecht en hoe meer weerstand je voelt, hoe moeilijker je het voor jezelf maakt. Je zet jezelf dan op slot en je beperkt je eigen stroom van energie.
Stel je voor hoe het zou zijn als je alles wat je voelde gewoon door je heen kon laten stromen. Zonder weerstand. Zonder oordeel. Je merkt het op… en je laat het weer los.
Juist het oordeel en de weerstand zorgen ervoor dat we de energie vasthouden waardoor het niet (weg) kan stromen. En het vreet ook nog eens aan je eigen energie.
4) Respect voor je eigen grenzen
Veel hooggevoelige mensen worstelen met het feit dat ze ‘minder kunnen’ dan anderen. Als collega’s na een dag werken nog vrolijk met elkaar uit eten gaan, zijn zij eigenlijk alleen maar toe aan rust.Maar als je je eigen grenzen kent en respecteert en daarnaar handelt, dan is er eigenlijk heel veel mogelijk. Als je een basis voor jezelf creëert waarbij je luistert naar je lichaam en jezelf een balans van activiteit en rust gunt die voor jou werkt, dan bouw je reserves op. En dan kun je best af en toe eens een lange dag maken en meegaan met dat etentje. Of een weekend weg. Of naar een (hele) drukke plaats. Als je basis goed is dan kan dat best af en toe. En dan weet je ook wanneer te veel echt te veel is en wanneer het tijd is om naar huis te gaan.
Durf keuzes te maken die voor jou kloppen. Als je merkt dat je emmer vol is, durf dan naar huis te gaan. Leer je eigen grenzen kennen en wees lief voor jezelf wanneer je erover heen bent gegaan. Juist die ervaringen leren je wat wel en niet werkt voor jou en waar jouw grenzen liggen.
Als je jezelf en je eigen grenzen accepteert, zullen de mensen om je heen het ook sneller accepteren. En als jij 100% achter jezelf staat, dan maakt het niet eens meer zoveel uit hoe anderen reageren. Dan sta je helemaal in je eigen kracht.