door Elaine Aron
Een paar van jullie vroegen me te schrijven over waarom sommige artsen, onderzoekspsychologen en psychotherapeuten zeggen dat het hele thema van de eigenschap hooggevoeligheid een “hype” is – ze zeggen of impliceren namelijk dat het een niet erg wetenschappelijk idee is of dat het alleen maar bedacht is om er een zelfhulpboek over te kunnen schrijven waarmee de schrijver heel veel geld zou kunnen verdienen. Natuurlijk weet je niet goed hoe je moet reageren op iemand die zo overtuigd is van zichzelf; dus blijven zij zelfvoldaan achter en zit jij met twijfels over wat voor jouw zo van belang is en daardoor met twijfels over jezelf. Grrr.
Dit artikel is bedoeld om je te helpen voet bij stuk te houden.
De eerste stap is te bepalen wie je tegenover je hebt en wat zijn werkelijke bezwaren zijn. Vraag ze waar ze zich op beroepen en probeer iets als: “Wat is het precies in dit idee dat je er niet aan wilt?”
We nemen het stukje voor stukje onder de loep. Stel dat het volgende ze dwars zit: “Dit idee wordt naar voren gebracht als zijnde iets nieuws en ingrijpend, terwijl we allemaal weten dat er niets nieuws onder de zon is, vooral als het om mensen gaat. Het gaat hier gewoon om introvert zijn (of verlegenheid, of een neurose, of met welke term ze ook komen).”
Het is niets nieuws
Een kort antwoord: “Ze pretendeert niet dat het nieuw is. Maar ze heeft meer dan wie ook onderzoek gedaan naar wat deze eigenschap inhoudt, en ze kwam er achter dat de nauwkeurigste omschrijving ervoor ‘gevoeligheid’ was.” En voeg hier dan de meest toepasselijke zin aan toe:
- Je kunt het niet introvert zijn noemen omdat dertig procent van de HSP’s extravert is.
- Je kunt het geen verlegenheid noemen omdat hooggevoeligheid een aangeboren eigenschap is, en niemand wordt verlegen geboren als in bang zijn om op sociaal vlak beoordeeld te worden. Iedereen is daar soms bang voor en alleen door bepaalde ervaringen wordt deze angst chronisch.
- Het is niet bangelijk of neurotisch omdat HSP’s die een redelijk goede jeugd hebben niet angstiger of depressiever zijn dan andere mensen.
- Ja, Jerome Kagan van Harvard noemt het geremdheid. Maar HSP’s zijn niet altijd geremd, en daarnaast is dat een onnodig negatieve manier van uitdrukken
- En inderdaad, degenen die onderzoek doen naar temperament bij kinderen, hebben deze eigenschap al erkend, maar hun beschrijvingen zijn vooral van toepassing op kinderen.
Veel wetenschappers hebben het gevoel dat het bewezen is dat introvert zijn en verlegenheid aangeboren zijn, omdat je deels kunt voorspellen wie vanwege hun genen introvert of verlegen zullen zijn. Maar je kunt ook deels aan de hand van genen voorspellen wie rokken zal dragen, alhoewel er geen gen is voor het dragen van rokken. Een andere genetische eigenschap, je geslacht, is in werkelijkheid bepalend voor het dragen van rokken, maar alleen onder bepalende omstandigheden. Iedereen kan een rok dragen en Schotse mannen dragen ze vaak. Op dezelfde manier kun je deels sociaal gedrag zoals introvert zijn en verlegenheid voorspellen aan de hand van een of ander gen, maar dat betekent niet dat er een gen zou zijn voor introvert zijn of voor verlegenheid. Het is veel voor de hand liggender om het gen een gen voor gevoeligheid te noemen.
Dus waarom zou je het gevoeligheid te noemen? Ongeveer 20 procent van de bevolking (en dit is bij dieren ook zo) is gevoeliger voor zintuiglijke indrukken, voor medicijnen, voor prikkels, voor allergenen, voor emotioneel uitdagende situaties, enzovoort. En het is niet zo dat hun zintuigen gevoeliger zijn (er zijn inderdaad veel HSP’s die een bril dragen), maar het beste wat je er in het algemeen van zou kunnen zeggen is dat ze gevoelig zijn of gevoeliger zijn als het gaat om het verwerken van zintuiglijke waarnemingen, in die zin dat hun hersenen en lichamen deze dingen intensiever verwerken.
Het schaduwzijde van alles zo intensief verwerken is dat HSP’s makkelijker dan anderen overprikkeld raken. Daarom maken we soms een gestreste of nerveuze indruk. Maar er zijn ook veel niet te ontkennen voordelen aan deze eigenschap. Dr. Aron heeft ontdekt dat HSP’s over het algemeen zorgvuldiger en creatiever zijn, en zich bewust van wat er in mensen omgaat of waar het in situaties om gaat. En als ze niet onder extreme druk staan, zo blijkt uit onderzoek, zijn ze in feite gezonder en gelukkiger dan niet-HSP’s. Ze kunnen gelukkiger zijn omdat ze geneigd zijn om iedere emotie intenser te ervaren, dus ook de plezierige.
Het is gewoon weer een zelfhulpboek (ofwel: geschreven om aan te verdienen)
Stel dat de deskundige waar je mee spreekt het volgende suggereert: “Als het zo wetenschappelijk is, waarom heeft ze er dan niet over gepubliceerd in de gangbare wetenschappelijke tijdschriften?”
Het kort antwoord: “Dat heeft ze!” Zie hier onder.
Het lange antwoord: Deskundigen hebben een goede reden om een hekel te hebben aan zelfhulpboeken, want sommige zijn echt geschreven door mensen die niet schrijven op basis van wetenschappelijk onderzoek en misschien echt alleen maar proberen boeken te verkopen en daarvan te leven. Soms zijn de adviezen die ze geven zinvol, maar als dat niet zo is, wordt het publiek verkeerd geïnformeerd en, als het lezen van een boek ze ervan weerhoudt om de juiste hulp te zoeken, misschien zelfs schade toegebracht.
Mijn boeken zijn echter beslist anders – ze zijn helemaal gebaseerd op gedegen onderzoek. Ik schrijf niet heel veel wetenschappelijke artikelen, dus ik ben niet heel bekend, maar wat ik heb geschreven is gepubliceerd in de beste tijdschriften, die wat ze aangedragen krijgen zorgvuldig beoordelen. Mijn werk zou niet gepubliceerd zijn als het niet wetenschappelijk was onderbouwd. Ik ben ook op m’n hoede om te zeggen wanneer lezers hulp zouden moeten zoeken – ik kan niet elk probleem eenvoudigweg terug te voeren is op gevoeligheid.
Uiteindelijk was ik nooit van plan om een zelfhulpboek te schrijven. Ik had het gevoel dat ik het moest doen toen ik er achter kwam hoeveel mensen er baat bij konden hebben om iets over deze eigenschap te horen en ik voelde dat het nodig was dat die informatie rechtstreeks van mij afkomstig zou zijn, in plaats van gefilterd door anderen.
In gesprek met medische deskundigen
Deze groep is, natuurlijk, geneigd te denken in termen van ziekte en van behandeling, vooral met medicijnen. Ze hebben geleerd dat dokters in het recente verleden patiënten ernstig schade berokkenden door niet snel genoeg te onderkennen wanneer een patiënt met lichamelijke symptomen in werkelijkheid depressief of angstig was. Nu zijn ze te ver gegaan met de neiging te denken dat elk probleem of ongebruikelijk gedrag zal verbeteren door antidepressiva. Soms hebben HSP’s baat bij antidepressiva, maar daar moet je voorzichtig mee zijn. Je moet weten waarom iemand niet sociaal is of niet op z’n gemak met andere mensen. De meeste doktoren willen daar niet zoveel mee te maken hebben.
Verder merken doktoren dat sommige mensen heel gevoelig zijn – gevoeliger voor pijn, voor geneesmiddelen, voor de bij-effecten. Deze mensen lijken meer geneigd ieder symptoom op te merken, meer vragen te stellen en vaker terug te komen. Met andere woorden: ze zijn lastiger voor dokters. En als een HSP een moeilijke jeugd heeft gehad, dan zal hij of zij als patiënt eerder depressief, of angstig, of verlegen of ga maar door zijn, dus in het hoofd van de dokter zal deze eigenschap geassocieerd worden met emotionele problemen. De HSP’s die meer zelfvertrouwen hebben, aangepaster en rustiger zijn worden door de dokter niet opgemerkt. Maar daar zijn er wel heel veel van.
Samengevat wordt hooggevoeligheid door doktoren vaak gezien als iets dat genezen kan worden. Toen ik Hoog Sensitieve Personen schreef en dit aan mijn arts vertelde, was hij opgetogen. Hij zei: “vertel ze dat het net zo is als met diabetes – dat we weten hoe je er van af komt met dagelijks de juiste medicijnen.” Ja hoor!
Dezelfde houding kun je aantreffen bij bezigheidstherapeuten en anderen die zeggen kinderen en volwassenen te genezen van hun “over”gevoeligheid. Het kan zijn dat er een bepaald probleem is waar ze wat mee kunnen, maar dat is niet de eigenschap waar ik het over heb.
Dan zijn er nog die zeggen dat deze eigenschap gewoon het gezonde uiteinde is van het “autistisch spectrum”. Deze verwarring is gelegen in het feit dat degenen met autistische aandoeningen (inclusief de nieuwe aandoening die nu veel aandacht krijgt: het syndroom van Asperger), beslist heel gevoelig zijn voor prikkels en makkelijk overprikkeld raken. Maar bij autistische aandoeningen is er altijd een aspect van moeite met het goed ontcijferen van sociale en emotionele hints. HSP’s zijn ook zeer gevoelig en schatten sociale hints en wat anderen voelen juist goed in.
Kortom, de eigenschap die ik hooggevoeligheid noem, heeft niets te maken met welke aandoening dan ook. Het is onzin dat een aandoening bij twintig procent van de bevolking zou voorkomen. Daarnaast zijn HSP’s met een voldoende goede opvoeding vaak buitengewoon goed aangepast en sociaal of professioneel (of beide) succesvol. En er is inderdaad een studie over apen waaruit blijkt dat zij die met deze eigenschap zijn geboren wel verlegen en angstig zijn als ze grootgebracht worden door onbekwame ouders, maar zij die grootgebracht worden door bekwame ouders groeien op tot de leiders van de groep.
En wat betreft psychologen en psychotherapeuten?
Deze deskundigen zijn in het bijzonder geneigd te gaan steigeren bij het idee dat een aangeboren eigenschap veel van iemands gedrag zou kunnen verklaren. Om te beginnen heeft het wegredeneren van dit gedrag omdat het iets zou zijn dat aangeboren is, in het verleden wel tot de conclusie geleid dat er dus niets aan te doen is of zelfs dat het iemands eigen schuld is. Dat is net zoiets als het idee van: “ er zullen altijd arme mensen zijn”, dus waarom zou je ze helpen? Mensen die emotioneel ten einde raad zijn zullen er altijd zijn, dus waarom zou je ze meer dan een pil geven? Natuurlijk willen deze deskundigen niet dat het publiek er weer een argument bij krijgt om behandeling af te wijzen voor hen die dit nodig hebben.
Verder zal dit begrip (hooggevoeligheid), nu patiënten hun verlegenheid, hun angsten en wat dan ook als een gevolg van hun hooggevoeligheid kunnen begrijpen en therapeuten denken dat er andere of meer verklaringen voor zijn, zoals een jeugdtrauma, het werk van een therapeut nog moeilijker maken. De meeste mensen willen zulke pijnlijke inzichten niet horen. Als therapeuten komen met verklaringen vanuit de jeugd, dan vinden ze het niet leuk om te horen te krijgen dat ze niet op de hoogte zijn van de nieuwste, werkelijke verklaring van problemen van patiënten. Althans, dit is waar therapeuten waarschijnlijk bang voor zijn. In de 27ste, papieren, uitgave van Comfort Zone (mei 2003, Vol. III, issue II) besprak ik hoe iemand het idee van hooggevoeligheid kan introduceren bij zijn eigen psychotherapeut, en wat ik toen zei is ook van toepassing in gesprekken met welke psychotherapeut of psycholoog dan ook.
En als het gaat om hard-core wetenschappers?
In zulke gevallen verwijs je ze naar de artikelen die hieronder vermeld staan.
Elaine N. Aron and Arthur Aron (1997). “Sensory-Processing Sensitivity and Its Relation to Introversion and Emotionality,” Journal of Personality and Social Psychology, Vol. 73, No. 2, 345-368.
Aron, E.N., Aron, A., & Davies, K. (2005). “Adult Shyness: The Interaction of Temperamental Sensitivity and a Negative Childhood Environment.” Personality and Social Psychology Bulletin, 31, 181-197.
Aron, E.N. (2004). “Revisiting Jung’s Concept of Innate Sensitiviness.” Journal of Analytical Psychology, 49, 337-367.
Link naar de studie van “the highly sensitive brain: an MRI study of sensory processing sensitivity an response to others’ emotions”:
website Elaine Aron: www.hsperson.com, © Nederlandse vertaling, door Jitske, www.nieuwetijdskind.com ©
Lees ook: Nieuw onderzoek toont empathie aan in de hersenen van Hoog Sensitieve Personen (HSP)
Ken je mensen die ook baat zouden kunnen hebben bij dit artikel? Deel het dan via Social Media aub. De buttons vind je onder dit artikel.