Nu er zo veel speelt in de wereld kun je soms jezelf even kwijt raken in het donker, in angst, verdriet, of boosheid. Het donker om je heen kan je soms ineens overweldigen en tijdelijk meetrekken de diepte in. Zo diep dat je de lichtjes om je heen bijna niet meer kan zien. Het gebeurt mij ook af en toe. Piekergedachtes nemen de overhand en (heel) even verlies ik al het vertrouwen dat het goed komt. Vroeger kon ik dan heel boos worden op mijzelf. Dit hoorde niet bij mij, dat kon nooit! Dat donker paste niet bij mij. Dus vocht ik ertegen, of probeerde mijzelf er kunstmatig uit te trekken. Soms lukte dat, tijdelijk, maar was het dan echt weg, of had ik het alleen onderdrukt?
Het donker mag er zijn
Wat mij geholpen heeft, is het donker gewoon erkennen. Het mag er zijn. In deze wereld hoort het donker er, in ieder geval voor de meesten van ons nu nog, bij. Het is een kant die er ook mag zijn. En hoe harder we het ontkennen en onderdrukken, hoe meer het donker om ons heen zich laat zien. Het donker wil gezien worden, wil aangekeken worden met compassie en liefde, zodat het kan transformeren. Als we er geen licht op schijnen, door het aan te kijken, gaat het alleen maar harder om aandacht roepen. Dus kijk het aan. Geef het aandacht en licht en liefde, hou er ruimte voor, zodat het, als een kind met een driftaanval, uiteindelijk tot rust kan komen en weer lief kan gaan spelen.
Wat je nodig hebt zit in jou
Als het donker je even te veel wordt, blijf dan vooral dicht bij jezelf. Want alles wat jij nodig hebt om het een plekje te geven, alles wat jij nodig hebt om terug te komen bij jouw licht, zit al in jou. Ga lekker de natuur in, zie dat de natuur gewoon lekker haar gang gaat. Voel de zon op je huid, of de wind door je haren, de regen op je neus, en geniet. Weet dat alles al goed is, hoe het er ook uit ziet en dat ook dit weer voorbij gaat. Het helpt mij altijd enorm om steeds opnieuw tegen mijzelf te zeggen: Alles ís al goed. En waar zie je dat beter dan in de natuur, tussen het groen, luisterend naar de fluitende vogels en het ruisen van de wind in de bomen?
Je bent hier gekomen om te leiden
Laatst, toen ik even niet meer wist hoe het toch ooit goed kon komen met de wereld, kwam er een vraag in mij op: Ben ik hier gekomen om te lijden? Ik kreeg een overduidelijke “NEE” te horen. Toen ik er later iets over wilde delen, werd er grappend aan toegevoegd: “Wel met een korte ei trouwens.” Dus ik ben hier om te leiden, hoe spannend of pretentieus dat misschien ook lijkt. En ik denk met mij vele lichtbrengers die nu op aarde rondlopen. Als jij dit leest, ben jij er hoogstwaarschijnlijk ook een. De leiders gaan nog nodig zijn de komende tijd. Daarom is het juist zo belangrijk dat we nu heel goed voor onszelf zorgen. Dat we dicht bij onszelf blijven. Dat we ruimte maken om dingen op te lossen en om te groeien. Dat we ons licht ontketenen. Zodat we straks klaar zijn voor de taak die ons wacht.