Het is half vier ’s nachts, de wekker gaat. Ik ben op 4,5 km hoogte. Mijn adem maakt wolkjes in de koude donkere kamer van de berghut. Ik bibber en moet moed verzamelen om vanuit mijn warme slaapzak in de ijskoude kleren te stappen die klaarliggen. En toch ben ik blij, want vandaag is dé dag, vandaag ga ik naar de top! Negen dagen lang was ik onderweg naar dit punt, een wandeltocht door de prachtige Himalaya. Deze trekking is mijn afsluiting van de vier maanden die ik in Nepal ben. “Ik wilde een pauze van mijn leven”, zeg ik als me gevraagd wordt wat ik hier doe. Patronen doorbreken, een snelkookpan aan persoonlijke ontwikkeling, een geweldige én intensieve ervaring is wat het werkelijk is. Deze ‘sabbatical’ brengt me zowel extase als confrontaties met mezelf.
Doorzettingsvermogen
Een half uur later loop ik met mijn hoofdlamp op en bevroren vingers om mijn stokken geklemd tergend langzaam de berg op. Voorzichtig mijn voeten plaatsend tussen de losse keien op het pad, dat nauwelijks een pad te noemen is. Ik hijg door het zuurstofgebrek, zelfs als ik stilsta. Op wilskracht en doorzettingsvermogen ga ik verder. Het wordt gelukkig licht. Maar de wind snijdt koud en de sneeuw op de paadjes is glibberig. Met moeite kan ik mijn evenwicht te bewaren.
‘Elke stap is er een dichter naar de top’, zeg ik in mijn hoofd. Ik hoop bij iedere bocht de eindstreep te zien, maar nog meer sneeuw en een nieuwe bocht in de verte is wat er keer op keer verschijnt. Ik word ingehaald door een pakezel met een geblesseerde wandelaar op zijn rug. Mijn gedachten gaan onbewust terug naar het vrijwilligerswerk dat ik deed met Nepalese vrouwen. Ik denk aan de dagen dat ik met hen op het land werkte, zwaar fysiek werk. Ik besef weer hoe goed ik het als vrouw in Nederland heb, dat ik nu deze tocht kan maken. Hoe zwaar het op dit moment ook is.
Tranen
Dan, eindelijk, zie ik in de verte opeens de kleurige gebedsvlaggetjes die de pas markeren. Eindelijk! Eenmaal daar heb ik tranen. Van opluchting, van trots, van ontroering door de bijzondere schoonheid om mee heen en van dankbaarheid dat ik zover gekomen ben. Ontlading na 9 zware dagen. ThorungLa, 5416 meter hoog. I made it!
Ik ben hier niet alleen. Er is nog een handvol mensen die de pass vandaag bereikt. De blijdschap verbroedert. Ik ken ze niet, maar blij groeten we elkaar, duimen gaan omhoog en schouderklopjes worden gegeven. Een foto bij het bord als bewijs. Ieder had zijn eigen hindernissen, maar allemaal waren we op dezelfde reis. Die verbondenheid geeft nieuwe kracht voor de steile afdaling die ons de komende uren en dagen te wachten staat. Elk eindpunt is immers tegelijk het begin van iets nieuws.
Wat ons bindt
Het leven is een reis. Ieder mens heeft z’n uitdagingen. De meeste kennen we niet van elkaar. Ik weet niet wat jou allemaal bezighoudt, waar jij van wakker ligt, waar jij je zorgen om maakt.
Maar ik weet wel dat iedereen z’n hindernissen heeft. En wat zou het fijn zijn als we wat vaker even een duim zouden opsteken naar elkaar. In plaats van te oordelen, of de ander weg te duwen uit angst. Gewoon de ander even in de ogen kijken en hem of haar laten weten: “Ik zie je, goed bezig”.