Veel gaat vanzelf in de ontwikkeling van een kind: leren eten, leren lopen, leren praten. Maar gaat alles echt vanzelf? Sinds de geboorte van m’n oudste kind, ruim vier jaar geleden, ben ik hier nieuwsgierig naar en ging ik op ontdekkingstocht. Mijn conclusie: niet alles gaat als vanzelf en ik blijk hierin zelf één van de grootste belemmeringen te zijn. In dit artikel deel ik wat ik tot nu toe ontdekte.
Vertrouwen en geduld
Eén van de grootste ontdekkingen was dat m’n kindje naar bed ging als hij moe was. Zodra hij het kon zeggen, zij hij zelf ‘bed’ als hij wilde gaan slapen. Ik was hier zo door verrast. Op de één of andere manier had ik aangenomen dat ik dat als ouder moest ‘regelen’. En ergens was het natuurlijk ook heel vanzelfsprekend, want waarom zou een kind niet willen gaan slapen als hij moe is.
Vertrouwen bleek hierin het sleutelwoord. Als ik erop vertrouwde dat m’n kind ging slapen als hij moe was kon ik hem ‘gewoon’ volgen. Wanneer ik echter ongeduldig was en vond dat m’n kind moest gaan slapen, ontstond er weerstand. Als ik het me dan lukte weer vertrouwen te voelen en geduld te hebben, vanuit een echt contact met hem, begon hij te gapen en liepen we zo samen naar z’n bed.
Eigen beperkingen ontmoeten, voorbij perfectionisme
Het voelen van vertrouwen was er niet altijd. Daarnaast vond ik het soms lastig om m’n kinderen echt de ruimte te geven om dingen zelf te ontdekken, ook al geloofde ik hier erg in. Ik ging hen als vanzelf helpen. Gelukkig zeiden ze me dan vaak dat ze het zelf wilden doen waardoor ik de ruimte meteen weer kon bieden. Zo liep ik regelmatig tegen m’n beperkingen aan om in de praktijk ook echt te doen waar ik in geloofde.
Ook met het naar bed gaan begon ik steeds vaker het initiatief te nemen als ik bijvoorbeeld zag hoe moe mijn zoon was. Dan vroeg ik me ook vaak af: waar ligt mijn verantwoordelijkheid als ouder? Moesten wij ouders ervoor zorgen dat ons kind op tijd in bed lag zodat hij de volgende dag uitgerust was? Of moesten wij ervoor zorgen dat er ruimte was om zelf naar bed te gaan? En een omgeving bieden die dit mogelijk maakte?
Het bleek voor ons prima te werken om steeds in het moment te doen wat goed voelde of wel volledig volgen ofwel initiatief nemen als we signalen van vermoeidheid zagen. Dan ontdekte we vanzelf of het betreffende kind nog iets af wilde maken of meteen mee ging.
Beelden loslaten
Ik ontdekte dat ik heel veel beelden oppikte van ‘hoe het hoort’ en daar, vaak onbewust, aan probeerde te voldoen. Bijvoorbeeld beelden van wat mijn rol als ouder zou moeten zijn of hoe m’n kind zich zou moeten gedragen en ontwikkelen. Ik merkte dat ik moeite had te onderscheiden of die beelden voor mij klopten en vroeg me dan af of ik nog iets te leren had op het voor mij onbekende terrein of dat ik het graag anders wilde doen.
Ik durfde steeds meer te vertrouwen op dat wat voor mijn gevoel klopte en de beelden los te laten. Het hielp me daarbij om over nieuwe beelden te horen en lezen, die voor mijn gevoel meer klopten. Zo leerde en durfde ik steeds meer, ook in deze voor mij nieuwe situatie als moeder, mijn intuïtie te volgen.
Anders durven zijn
Ik werd ongeduldig als m’n kind iets nog niet kon wat andere kinderen al wel konden. Ik begon te twijfelen aan mezelf en of ik hem wel goed hierin begeleidde en ook schaamde ik me dan soms tegenover de buitenwereld hierover. Als ik mezelf dan afvroeg waarom ik dat zo erg vond, dan ging dat altijd over het vergelijken met anderen, en niet zozeer over dat er een probleem was voor m’n kind of voor mij. Als ik dat doorzag, kon ik weer vol vertrouwen verder.
Het geluk van volgen
Ik ben er steeds meer van overtuigd geraakt dat m’n kinderen alle wijsheid die ze nodig hebben in het leven in zich dragen en ze zich naar het voorbeeld van eerst hun ouders en later ook andere mensen, ontwikkelen. Ze bootsen hen na en proberen dingen uit waar ze nieuwsgierig naar zijn. Zo ontdekken zij hun eigenheid. Ik zie mijn rol als ouder steeds meer als ‘gewoon’ mezelf zijn, mijn eigen grenzen aangeven, mijn eigen nieuwsgierigheid volgen en m’n kind helpen daar waar hij dat nodig heeft. En misschien is hierin de belangrijkste taak die ik als ouder heb wel om werkelijk aanwezig te zijn bij alles wat er is. Als ik aanwezig ben zie ik mijn kind echt, voel ik de liefde stromen, bied ik als vanzelf hulp en veiligheid waar nodig.
En dat aanwezig zijn leer ik dan weer van m’n kinderen! Zij zijn steeds in het nu, spelend en genietend van het leven. En ik doe mee.