Wist jij dat hoogsensitieve kinderen wel 8, 16 of 32 keer zoveel waarnemen als kinderen die niet hoogsensitief zijn van aard? Als zij deze prikkels niet meer zelf kunnen verwerken ontstaat er overprikkeling. Hoe ziet dat eruit? Welke symptomen laten zij zien en bovenal: wat zou je kunnen doen om je kind te helpen om weer terug te keren naar balans?
Ze zijn anders
Hoogsensitieve kinderen zijn anders en vragen om een andere benadering. Ze hebben gevoelige sensoren en een fijngevoelig zenuwstelsel, waardoor ze veel opmerken, diep reflecteren en een sterke emotionele beleving hebben.
Een van de problemen waar hoogsensitieve kinderen tegen aanlopen, is overprikkeling. Overprikkeling ontstaat als een kind meer prikkels binnen krijgt dan het kan verwerken. Dat noem ik zelf een ‘normale’ overprikkeling. Er kan ook sprake zijn van chronische overprikkeling. Dan helpt rust en ontspanning niet voldoende om je kind hieruit te halen. Dan is je kind uit balans. Dan weet je als ouder vaak wel dat er iets aan de hand is, maar kun je er de vinger niet op leggen.
Wat gebeurt er bij overprikkeling?
Overprikkeling ontstaat als het teveel is geworden, als je systeem meer prikkels binnenkrijgt dan het verwerken kan. Dat gebeurt sneller als je gevoelig bent. Als je dan niet tot rust komt, raak je overprikkeld en kom je boven je stressniveau uit. Dan is het niet meer veilig en ervaren kinderen net als volwassenen allerlei symptomen van stress.
Je hart gaat sneller kloppen, er kan misselijkheid ontstaan, je pupillen worden groter, spieren kunnen verkrampen, er ontstaat hoofdpijn en vaak kun je dan niet meer helder nadenken.
Bij kinderen is er dan geen gesprek meer mogelijk. Dat kan pas als het weer tot rust is gekomen. In feite gebeurt hier hetzelfde als bij een volwassene die in de stress zit. Alleen gebeurt dat bij hoogsensitieve kinderen en volwassenen veel sneller.
Mogelijke prikkels
Er zijn 3 soorten prikkels te onderscheiden: Kosmische prikkels, externe prikkels en interne prikkels. Kosmische prikkels zijn alle prikkels die te maken hebben met het waarnemen van een onzichtbare wereld. Externe prikkels zijn alle prikkels die van buitenaf komen, emoties van anderen en vanuit de familielijn vallen hieronder, maar ook de gevolgen van bijvoorbeeld straling en smog. Interne prikkels zijn alle prikkels die in het lichaam worden opgenomen zoals voedsel, medicatie en vaccinaties (de laatste twee zijn puur vergif voor het lichaam).
Als de prikkels niet of niet voldoende verwerkt worden, worden ze opgeslagen in het lichaam. Kosmische en externe prikkels worden uiteindelijk in het lichaam vastgezet en worden daarmee interne prikkels.
Signalen van overprikkeling
- Snel/meer huilen
- Moe zijn
- Toenemende driftbuien
- Niks willen
- Eczeem
- Twinkel is uit de ogen
- Snelle irritatie
- Afreageren / meer ruzie met broer / zus / ouders
- Moeite om zich te concentreren
- Druk gedrag
- In zichzelf gekeerd
- Niet naar school willen
- Moeite met inslapen
- Onrustig slapen
Een overprikkeld kind raakt vol en gaat minder goed functioneren. Het raakt letterlijk de grond onder zijn voeten kwijt. Dat kan zich uiten in teruggetrokken of juist druk gedrag dat lijkt op ADHD), woede-aanvallen en driftbuien, hangerigheid, huilen, boosheid of concentratieproblemen die lijken op ADD. Ze hebben nergens zin in, willen op zichzelf zijn of reageren zich af op vriendjes of hun ouders. Ze gaan dromen en vluchten weg in hun eigen wereldje waarin zij zich veilig voelen.
Een rustig en teruggetrokken hoogsensitief kind trekt zich terug om te voorkomen dat het overprikkeld raakt. Of het trekt zich terug als reactie op overprikkeling en zal meestal niet meer aanspreekbaar zijn of kunnen uitleggen water aan de hand is. Push gedrag maakt het erger.
Het sterke meisje (kan ook een jongen zijn) wordt huilerig, angstig en gaat hangen. Het kan zich ook terugtrekken omdat het niets meer kan verdragen. Als zij overprikkeld is, raakt ze snel overstuur als er iets misgaat en huilt snel.
Dit kind houdt van knuffelen en doet graag samen iets, helpt anderen. Zij reageert sterk op verbinding en harmonie en is vooral op de ander gericht, maar vergeet zichzelf weleens.
Zij voelt wat anderen voelen en willen en is daar volledig op afgestemd. Omdat de harmonie zo belangrijk is voor haar, doet dit meisje vooral wat de ander wil en vergeet of negeert haar eigen wensen. Als volwassene komt ze daardoor sneller in een burn-out terecht. Ze raakt gespannen als er geen harmonie is.
Het sterke wilskrachtige kind (jongen of meisje) negeert signalen van overprikkeling en gaat net zolang door totdat de emmer echt overloopt. Dit kan zich dan ‘ineens’ uiten in druk gedrag, niet meer luisteren, of ineens boos worden of verdrietig zijn om ‘niks’. Het wordt ‘vervelend’ , druk, gaat stuiteren, dingen kapot maken en treiteren (van broertjes en zusjes).
Dit kind wil alles zelf bepalen en heeft een enorme sterke behoefte aan vrijheid. Hij weet goed wat hij wil, maar vaak staat dat lijnrecht tegenover dat wat ouders willen. Dat levert strijd op. Daarbij kan de spanning dan zo hoog oplopen, dat het kind uiteindelijk overstuur raakt. Dan pas komt de echte spanning eruit.
Het probleem bij dit kind is een sterke hooggevoeligheid in combinatie met een sterke wilskracht. Dit kind wil dus heel veel, maar kan dat door zijn gevoeligheid eigenlijk helemaal niet aan. Zij raken daardoor snel overprikkeld. Dat doen zij ook om te voorkomen dat er nog meer prikkels binnenkomen.
Het gedrag van een wilskrachtig kind wordt als ongewenst bestempeld en wordt ook wel eens verward met een gedragsstoornis. Hier wordt de gevoeligheid van het kind miskent, die pas naar boven komt als het overstuur raakt. Dat geldt ook voor de introverte kinderen, die contact vermijden en niet mee willen doen met groepsprocessen.
Voor de basisveiligheid is het erg belangrijk dat de omgeving goed op dergelijk gedrag reageert. Als de omgeving dat niet doet, geeft dit veel spanning bij een kind, waardoor het gedrag alleen maar erger wordt.
Wat kun je doen?
Laat een kind eerst tot rust komen en begrijp dat je kind in eerste instantie nog niet aanspreekbaar is. Vergeet de (hoog)gevoeligheid van jouw kind niet!
Benoem eerst wat je ziet, bijvoorbeeld dat je ziet dat je kind boos,verdrietig, druk of stil is. Erken dat. Vraag dan pas of je kind kan vertellen waardoor dit komt. Spreek je kind niet aan op zijn gedrag maar op zijn gevoel. Dit is een leerproces. Als je dit vaker bespreekt, zal het steeds makkelijker worden.
Keur het gedrag dus niet af, maar erken het gedrag. Dan erken je dat een kind zich voelt zoals het voelt en dat je begrijpt waarom hij of zij bepaald gedrag laat zien. Dit geeft een groot gevoel van veiligheid. Dit betekent overigens niet dat je het goedkeurt.
Met erkenning heb je wel een ingang om dit te gaan ombuigen naar gewenst(er) gedrag of om in te spelen op de behoefte die eronder ligt.
Je kunt je kind leren uit een situatie te stappen voordat het zich laat overspoelen of de prikkels probeert te overstemmen, als jij de signalen leert herkennen. Dat kan alleen als hij zich veilig en gezien voelt in zijn gevoeligheid en het gedrag wat daaruit voortkomt. En als jij zelf het goede voorbeeld geeft.
Zoek uit wat jouw kind helpt om zijn zenuwstelsel weer tot rust te laten komen
Als ouders en kinderen zelf weten wat kan helpen bij overprikkeling, dan geeft dat rust en vertrouwen. Daar kun je je kind bij helpen. En als je kind dat zelf ook leert en bewust van wordt, dan is dat ook nog eens goed voor hun eigenwaarde.
Het helpt ook als zij begrijpen wat hooggevoeligheid is. Zeker als ze horen dat er wel meer kinderen zijn zoals zij.
Het belangrijkst is echter jouw begrip en jouw empathie, dat je begrijpt dat jouw kind een reactie op overprikkeling vertoont. Jouw bewustzijn hierop.
Er zijn veel activiteiten die je kunt ontplooien om je kind tot rust te laten komen. Het gaat er hierbij om dat jouw kind het fijn vindt en er rustig van wordt, niet omdat er iets voorgeschreven wordt. Ga daarom samen met jouw kind op zoek naar wat hij of zij fijn vindt.
Voorbeelden:
- natuur: strand, bos
- buiten spelen: ravotten, voetballen, trampoline springen
- relaxen: boekje lezen, muziek luisteren, in bad, even tv kijken, pyjamadag
- sporten: een sport die goed past, waar de focus op plezier ligt en niet op prestatie
- fysiek contact: knuffelen, massage
- fijne plek in huis: op bed of de bank
- creatief bezig zijn: zingen, tekenen, dansen, bouwen, muziek maken
- visualisatieoefeningen, ademhalingsoefeningen, mindfulness
- (voeten) massage
- praten: sommige kinderen hebben er behoefte aan om te kunnen uiten wat hun dwarszit
Oprechte aandacht in het NU
Je kind heeft echter het meeste baat bij jouw oprechte aandacht in het NU. Kan zich (weer) aarden bij jouw geaardheid en zal zich kunnen verbinden wanneer jij voldoende verbonden bent (gecentreerd).
Besteed daarom heel erg bewust en in het moment elke dag oprechte aandacht aan je kind, door samen dingen te doen, door te observeren in verwondering, door je hart te voelen terwijl je aan je kind denkt. Liever 15 minuten oprecht dan een uur of nog langer onecht. En bij voorkeur niet alleen voor het slapen gaan, maar gedurende meerdere momenten op een dag. Je zult versteld staan van het helende effect hiervan!
Het meisje heeft meestal vooral behoefte aan rust om bij te komen. Wil dan graag samen zijn, samen dingen doen, een verhaaltje lezen, een bad, een hutje bouwen, lekker naar buiten, in een rustige omgeving vertoeven, waar het zich kan laven aan jou.
De sterke wilskrachtige jongen heeft vaak geen zin om lekker bij je te komen zitten. Zij willen doen waar ze zelf zin in hebben. Je zult dan iets moeten bedenken wat leuk is voor het jongetje én het meisje, waar beiden van ontspannen. Vaak helpt kapla of lego of iets anders samen iets doen. Weet dat het geen zin heeft om dit kind tot rust te dwingen. Dat gaan ze vanzelf doen als ze wat ouder worden en de behoefte er wel is.
Doen! 
In eerste instantie is jouw begrip en empathie dus van groot belang. Daarna is het zaak om samen met je kind te ontdekken wat het nodig heeft om tot rust te komen.
Als je er op tijd bij bent, hoeft een gevalletje overprikkeling niet uit de hand te lopen.
Let ook goed op je eigen ontspanning en jouw ontspannen reactie, dat helpt om je kind weer terug te krijgen in het NU.
Wees je ervan bewust dat het gedrag van je kind ook om een onvervulde (basis) behoefte kan gaan zoals bijvoorbeeld veiligheid, geborgenheid, aandacht, waardering of aanmoediging. Of een negatieve gedachtestroom en negatieve overtuigingen.
Tips
1. Doseer prikkels en zorg voor rust en regelmaat zonder dat je alles uit de weg gaat. Het is ook niet handig om deze rust en regelmaat af te dwingen. Dat werkt vaak averechts.
2. Toon begrip en spreek je kind aan op zijn gevoel.
Als ik dat doe – ook al is het achteraf – dan kan mijn zoon aangeven dat hij het bijvoorbeeld eigenlijk gewoon te druk vond ergens of dat er is iets voorgevallen wat hij niet fijn vond. En dan kan ik op mijn beurt zeggen dat ik het wel eens moeilijk vind om met zijn drukke gedrag om te gaan, maar dat ik hem goed ken en begrijp wat hij voelt. Daarbij geef ik wel grenzen aan: hier in huis wordt niet geschreeuwd / gepest / geslagen. En als hij dan aangeeft dat hij zich niet kan beheersen, dan zeg ik dat ik dat heel goed kan begrijpen, dat ik dat ook wel eens moeilijk vind, maar ik zeg dan ook dat ik hem daarbij ga helpen. Alleen deze uitspraak al zorgt voor ontspanning en dus ook een ontlading. ‘Ik ken je. Ik begrijp je. Maar doe dit nooit weer’ zijn ook woorden die snel positief bijdragen. Je kind weet zelf dondersgoed wanneer het te ver is gegaan. Daar hoeft het niet nog eens op gewezen worden. Veel kritiek zorgt voor een lagere eigenwaarde en wordt door hoogsensitieve kinderen als afwijzing ervaren.
3. Onderzoek samen wat je kind nodig heeft om tot rust te komen: Heeft je kind vooral de eigenschappen in zich van het gevoelige meisje of van de sterke jongen? En pas daar jouw actie op aan. Als kinderen wat ouder zijn weten ze zelf wel heel goed wat ze leuk vinden om te doen en dus ontspannend voor hen zal zijn.
4. Oprechte aandacht in het hier en nu staat met stip op 1
Praktische tips
- Begin vroeg(er) met het spitsuur – avondeten en naar bed gaan – zodat je geen haast hebt;
- Plan de dag niet vol. Stress en onrust van ouders slaat snel over op kinderen;
- Zorg dat kinderen ook echt vrije tijd hebben, waarin ze kunnen spelen en dromen of zich vervelen;
- Let goed op de signalen van overprikkeling: moeilijk in slaap komen, geïrriteerd, huilerig of moe zijn, en neem dan gas terug;
- Zorg voor regelmaat, structuur en vaste rituelen;
- Neem regelmatig de tijd om samen te praten. Niet alleen tijdens het eten, of op de bedrand, maar ook tussendoor.
Tot slot
Samenwerken, aanraking, begrip en empathie, hulp bij emotieregulatie en vertrouwen hebben in je kind. Het zorgt voor een goede band. Verbetert de band en herstelt deze zelfs.
Misschien herken je sommige van de genoemde eigenschappen ook wel in jezelf. Als kinderen problemen met aanpassen hebben, kennen hun ouders deze vaak ook. Dan hebben zij zichzelf in extremere mate moeten aanpassen of deden dat juist niet en brachten zichzelf daarmee in de problemen. Ook zij werden niet begrepen en raakten zichzelf kwijt.
Andere ouders doen er alles aan om de harmonie te bewaren en ‘vliegen’ uit als er te veel spanning is. Vaak hebben zij ook veel moeite met overprikkeld gedrag van kinderen. Wat zij niet weten, is dat daar vaak nog eigen onverwerkte ervaringen van vroeger onderzitten. Daardoor is het voor een kind ook moeilijk om weer terug te keren naar het NU.
Voor deze kinderen en hun ouders is het vaak een grote uitdaging om te leren leven in een wereld zoals deze nu is. Een wereld die overweldigt, maar waar wel steeds meer begrip ontstaat voor kinderen die anders zijn.
Wat mij vooral VEEL rust heeft gebracht – en een totaal andere zoon! – is de aanvaarding dat het leren leven op deze aarde erbij hoort. En dat dat best wel eens moeilijk mag zijn. En dat hij zijn eigen keuzes mag maken (huiswerk maken of niet) en zelf verantwoordelijk is daarvoor. Sinds ik hem volledig heb losgelaten, gaat hij gewoon naar school, maakt huiswerk en laat zelfs werk zien. Dit was voorheen ondenkbaar.
Eigenlijk draait het hier dus ook om aanvaarding. En als wij dat kunnen en als wij het goed doen en voorleven, dan kunnen onze kinderen volgen. Dan zijn zij de wereldverbeteraars van de toekomst. Klaar om hun werkelijke taak hier op aarde uit te voeren.