Iedereen heeft een masker
Je kent ze wel, mensen waarbij hun masker al vanaf een kilometer afstand is te ‘zien’. En dan bedoel ik niet de maskers die nu essentieel zijn in de zorg, maar het masker dat iemand probeert zich anders voor te doen, dan zij is, dan zij zich voelt. “Ze huilt maar ze lacht” het liedje van Maan, is hiervan een prachtig voorbeeld. Voor velen herkenbaar…
Iedereen heeft wel een masker. Het ene is alleen wat dikker of subtieler dan het andere. Maskers worden vooral zichtbaar wanneer we handelen vanuit onze overlevingsstrategie. Zeker in deze bizarre, onwerkelijke tijd waarin er veel angst, verdriet, stress en onzekerheid heerst. Nu we in onze vrijheid worden beperkt. Letterlijk en figuurlijk worden gedwongen om naar binnen te keren en daar te blijven. Er is weinig ruimte om jezelf en degene met wie je deze lockdown over-leeft te ontwijken. Het is een tijd waarin we onverbiddelijk met de maskers van onszelf en de ander worden geconfronteerd.
Maskers: overlevingsstrategie vanuit je jeugd
Over het algemeen ontstaan maskers in je vroegste jeugd. Je beleeft iets, ervaart daar gevoelens bij en vervolgens worden daar overtuigingen aan gekoppeld. Wanneer iemand tegen je zegt: “Wat ben je stout”, kun je als kind nog niet onderscheiden dat jij als persoon prima bent, maar dat je gedrag wordt gecorrigeerd. Je kunt dan bij zo’n opmerking concluderen: ‘Ik ben slecht’. Afhankelijk van hoe je verder in elkaar zit en met hoeveel lading iemand deze opmerking maakte, is het mogelijk dat je er nog een aantal overtuigingen aan vastplakt zoals ‘Ik ben niet goed genoeg’ of ‘Niemand wil met mij omgaan’. Alle ervaringen, gevoelens en overtuigingen worden vervolgens opgeslagen en meegenomen in je ‘archief’.
Om ervoor te zorgen dat je bepaalde gevoelens en/of overtuigingen nooit meer zo intens hoeft te ervaren, ontwikkel je gedrag dat je onbewust inzet als overlevingsstrategie. Telkens wanneer de pijn en bijbehorende overtuiging aangeraakt dreigen te worden, schiet je als vanzelf in die overlevingsstrategie.
Iedereen heeft een of meerdere maskers die bestaan uit een combinatie van gevoelens, overtuigingen en gedrag ten opzichte van jezelf of de ander:
Gevoelens:
- Boosheid, angst, verdriet, fysieke of emotionele pijn, walging, stress, schuldgevoel, jaloezie, onzekerheid, teleurstelling, gevoel van falen, etc.
Overtuigingen:
- ‘Ik ben niet goed genoeg’, ‘Ik doe er niet toe’, ‘Ik ben het niet waard’, ‘Ik heb gefaald”, ‘Ik heb toch altijd pech’, ‘Ik mag pas genieten als…’, ‘Ik wil anderen niet tot last zijn’, ‘Niemand is te vertrouwen’, etc.
Gedrag:
- Nooit je echte gevoelens (durven te) laten zien en jezelf stoerder, vrolijker, agressiever of onverschilliger voordoen dan je daadwerkelijk bent.
- Gevoelens wegmoffelen of bagatelliseren en in je hoofd/de actie schieten zodat je niet hoeft te voelen.
- Please– of slachtoffergedrag vertonen om de goedkeuring of aandacht van anderen te krijgen.
- etc.
Freedom is just another word for nothing left to lose
Maskers zijn erop gericht om je te beschermen tegen pijnpunten (uit je verleden). Ze zorgen er tevens voor dat je op de handrem leeft: altijd op je hoede, nooit voluit, nooit volledig jezelf. Je kunt ze lang in stand houden, je leven lang. Totdat je het zat bent, bereid om alle bescherming achter je te laten. Totdat je niets meer te verliezen hebt, alleen maar te winnen. Totdat je voldoende moed hebt verzameld om als een rups uit je beschermende cocon te kruipen en te aanvaarden dat niets meer hetzelfde is.
Zelf zit ik hier eerlijk gezegd middenin. Wanneer je anderen optimaal wilt begeleiden in hun groei, dien je blijkbaar eerst zelf je eigen teachings te doorleven. Zo ben ik de jongste uit een gezin van zes kinderen. Mijn geboorte leverde vooral mijn moeder stress op; ik was niet gepland en mijn ouders hadden weinig geld. Als sensitief kind heb ik dit aangevoeld, voelde ik mij schuldig omdat ik het mijn ouders nog lastiger had gemaakt door geboren te worden. Hoeveel zij ook van mij hielden, het schuldgevoel bleef bestaan. Het zaadje was geplant.
Dit schuldgevoel liep vervolgens naast me op mijn levenspad en had ondertussen een verbond gesloten met de overtuiging: ‘Ik doe er niet toe’. Ze lieten zich gelden als ik aandacht of complimenten kreeg, geluk of succes had. Om mijn schuldgevoel af te lossen, deed ik mijn best om het anderen naar de zin te maken, lief te zijn, niet tot last te zijn. Probeerde ik mijzelf kleiner te maken, bang om de ruimte of aandacht van iemand anders in te nemen. Ondertussen deed ik mijn best om uit te stralen dat ik altijd plezier had om te voorkomen dat anderen zouden zien hoe ik mij daadwerkelijk voelde.
En daar kwam opeens het telefoontje dat mijn broer tijdens hun zomervakantie in het ziekenhuis was beland met een hersentumor. Omdat hij zelf de eerste weken niet mocht vliegen, heb ik tijdelijk hun kinderen opgevangen. Ik voelde aan alles dat het mis was. Er spookte constant door mijn hoofd: ‘Er is iets fout, er is iets heel erg fout’. Wat mijn brein vervolgens vertaalde naar: ‘jij doet iets fout’ en daarmee mijn schuldgevoel een enorme boost gaf. Ik voelde me schuldig omdat ik met zijn kinderen speelde, danste en knuffelde, van zijn bord at, in zijn bed lag, terwijl hij niets liever wilde dan bij zijn kinderen zijn. Terwijl hij daar zijn doodvonnis had gekregen en ik niet. Terwijl hij een prachtig gezin zou achterlaten en ik niet…
Ik voelde me schuldig. Ook toen ik tijdens de begrafenis allemaal lieve mensen om me heen had. Ik probeerde me kleiner, het liefst onzichtbaar, te maken. Het was immers voor zijn gezin veel erger dan voor mij. Zelfs weken later vond ik dat ik geen recht had op verdriet. Ik deed er immers niet toe. En al zou ik honderdduizend keer tegen mezelf zeggen dat ik er wél toe doe, deze mentale zin zou altijd de strijd verliezen tegen mijn hardnekkige en diepgewortelde masker.
Er zat uiteindelijk niets anders op dan dit masker volledig te doorleven. Er dwars doorheen te gaan, middenin te gaan staan. Juist daar, middenin die orkaan van pijn en verdriet, kon ik de stilte ervaren. Daar kon ik aan mezelf vragen wat ik nodig had om dit masker te kunnen overstijgen. En opeens hoorde ik de zin: “Ik geloof in jou”. Precies de zin die mijn broer tegen mij zei tijdens ons laatste gesprek. De zin waarbij ik voel dat deze me vleugels geeft, me bevrijdt.
Freedom is just another word for nothing left to lose¹. En misschien is nu, juist nu, ook voor jou de tijd om jezelf te bevrijden van die programmering van je masker waarin je gevangen zit. Misschien is dit wel hét moment om net als ik naar binnen te gaan en te ervaren dat je groter en krachtiger bent dan je ooit had gedacht. Sterk genoeg om uit je masker te kruipen en ook jouw vleugels uit te slaan. Om samen te bouwen aan een nieuwe wereld.
Ga je met me mee?
¹ Janis Joplin, Me and Bobby McGee