De aardeziel ontwikkelt haar ego – De geschiedenis van de lichtwerkers II

Dit artikel van Pamela Kribbe is in “tweeën geknipt”. Dit is deel 2.  Je vindt deel I hier

Het ontstaan van de mens op aarde en de aardeziel ontwikkelt haar ego

De fase waarin de aardezielen zich uitdrukten in het planten- en dierenrijk, viel samen met hun jeugd of fase van onschuld. In dit stadium stond het leven op aarde (het planten- en dierenrijk) onder de hoede van etherische, engelachtige wezens, die je ook deva’s kunt noemen. Hun engelachtige energie zorgde ervoor dat het leven optimaal groeide en bloeide, in de grootst mogelijke harmonie. De etherlichamen van de levende wezens waren ontvankelijk voor de hoedende, moederlijke energie van het engelen/devarijk. Innerlijk voelden zij geen aanvechting om zich los te maken, het anders te willen doen, hun eigen weg te gaan. Er was een groot gevoel van eenheid en harmonie tussen alle levende wezens.

Het ontstaan van de mensaap vormde een belangrijke wending in de ontwikkeling van het bewustzijn op aarde. Doordat de mensaap rechtop liep en meer hersencapaciteit ontwikkelde, kreeg het zielebewustzijn dat erin woonde meer greep of zijn omgeving. Het bewustzijn dat incarneerde in de mensapen, kreeg ervaring met controle en sturing van de omgeving. Het begon zijn eigen kracht en macht te ontdekken en daarmee de vrije wil.

Het incarneren in een menselijk lichaam vertegenwoordigde een breuk met het dierlijk bewustzijn. Die breuk was gelegen in het voor het eerst optreden van de vrije wil. In de mensaap was het besef aanwezig van een veel groter handelingsbereik dan van het dier. Door middel van zijn denken kon de mensaap zijn omgeving meer controleren dan het dier en werd zijn belevingswereld ook anders en groter dan die van het dier. In de mensaap groeide het besef dat hij keuzes kon maken. Dit gaf hem een gevoel van macht.aardeziel ontwikkelt haar ego

Met de komst van vrije wil en keuze in het bewustzijn van de aardezielen, kwam ook het ego tot leven, het krachtcentrum dat gecentreerd is rond de wil. Deze ontwikkeling was er niet zomaar, toevallig. Het was het antwoord op een innerlijke behoefte die was ontwaakt in de aardezielen: een verlangen om individualiteit op een dieper niveau te ervaren. Naarmate het ego duidelijker vorm aanneemt, komt er een scherper besef van ‘ik’ tegenover ‘de ander’, en dus ook: mijn belang tegenover jouw belang. Het individu maakte zich los van de vanzelfsprekende eenheid, de natuurlijke orde van geven en nemen, om uit te zoeken wat de andere mogelijkheden waren. Dit was het ‘einde van het paradijs’ op aarde, maar we vragen jullie dit niet als een tragische gebeurtenis te zien maar als een natuurlijk proces (zoals de wisseling van de jaargetijden). Het was een natuurlijke ontwikkeling, met als uiteindelijk (spiritueel) doel dat er een balans gevonden zou worden tussen eenheid (goddelijkheid) en individualiteit.

Toen het bewustzijn van de aardezielen de egofase inging en begon te onderzoeken wat menszijn inhoudt, trokken de engelachtige deva-energieën zich langzamerhand terug. De overvloedige aanwezigheid en hoedende leiding van het engelen- en devarijk was niet meer vanzelfsprekend. Het ligt in de aard van deze rijken dat zij nooit hun wil opleggen en hun invloed alleen dáár laten gelden waar er openheid is voor hun energie. De energieën van engelen en deva’s zullen nooit iets of iemand hun wil opleggen en zullen meteen wijken wanneer zij niet welkom zijn. Het egobewustzijn kreeg dus vrij spel en de aardezielen raakten bekend met de kicks en de tegenslagen van het streven naar macht. Dit alles had ook invloed op de dieren- en plantenrijken. De zich ontwikkelende energieën van machtsstrijd en concurrentie werden gedeeltelijk geabsorbeerd door die niet-menselijke rijken en dat creëerde een chaotische, agressieve impuls in hen. Deze is nu nog werkzaam.

Met de opkomst van het menselijk ego, kwam er een einde aan de beschermde status van het leven op aarde. De aardezielen stonden nu open voor allerlei invloeden van buiten, niet alleen meer die van de engelen– en devarijken, maar ook die van allerlei galactische ofwel buitenaardse rijken. Deze zouden een grote invloed gaan uitoefenen op het zich ontwikkelende leven op aarde.

Galactische invloeden op mens en aarde

Met galactische of buitenaardse rijken doelen wij op zielegroepen die verbonden zijn met bepaalde sterren- en planetenstelsels in jullie universum, maar niet noodzakelijkerwijs op het jullie bekende materiële niveau. De galactische groepen of gemeenschappen waar wij nu naar verwijzen, existeerden over het algemeen op een minder ‘dicht’ niveau, in een minder sterk gematerialiseerde wereld dan die van jullie aarde. Deze rijken of beschavingen hadden de ontwikkelingen op aarde tot die tijd met grote belangstelling gevolgd. Uniek voor de aarde was dat het leven (en dus het bewustzijn erachter) zich volstrekt vrij kon ontwikkelen. De diversiteit en rijkdom aan vormen vervulden deze galactische toeschouwers met verwondering en interesse. Zij voelden dat hier iets bijzonders gaande was.planeten

De buitenaardse intelligenties waarover wij nu spreken, waren qua leeftijdsfase ‘volwassen zielen’, een stuk ouder dan de aardezielen en in de bloeitijd van hun egofase. Zij hadden een meer dan vrijblijvende interesse in de zich ontwikkelende mens. Zij zagen hierin een kans om hun eigen macht te vergroten. Omdat de ontwikkeling van de aardezielen in het menselijk lichaam nog in vele opzichten open lag, achtten zij het mogelijk de vorming van het menswezen mede te bepalen.

De aardezielen, die vanwege het zich ontwikkelende egobewustzijn open stonden voor meerdere invloeden, raakten onder de invloed van die buitenaardse rassen. Je kunt rustig zeggen dat er tussen die galactische stelsels een oorlog woedde om de mens. Elk stelsel wilde zoveel mogelijk aspecten van zichzelf vertegenwoordigd zien in de mens. Dit gaf hen de mogelijkheid om via de mens hun invloed voort te zetten op gebieden die normalerwijs niet bereikbaar waren voor hen.

De mens dreigde na verloop van tijd een marionet te worden van deze buitenaardse indringers. Het eigen prille bewustzijn van de aardezielen sneuvelde bijna onder de invasie van buitenaardse invloeden. Toch was deze invasie mogelijk geworden door een verandering in het bewustzijn van de aardezielen zelf. Zij trokken deze werkelijkheid aan, in de zin dat het gelijke het gelijke aantrekt. De egokrachten in het ontwakend bewustzijn van de aardezielen trokken egokrachten van buiten aan; zij maakten het mogelijk dat de buitenaardse egokrachten hun invloed konden gaan laten gelden. Deze galactische stelsels opereerden qua bewustzijnsniveau immers ook op het vlak van het ego, zij het dat hun technologische mogelijkheden veruit superieur waren. Hun motieven waren echter ingegeven door de typisch egomatige behoefte aan verovering en controle.

Wat de technologie betreft die zij gebruikten om de mens te beïnvloeden, moet je denken aan vormen van mind control: geestelijke manipulatie door middel van hypnotische suggesties. Stel je voor dat het menselijk energieveld waarin de aardezielen zich manifesteerden nog niet helemaal was afgebakend. Stel je voor dat er onregelmatige en aftastende trillingen vanuit gingen, die van buitenaf konden worden ingekapseld in bepaalde kaders of ‘bandbreedtes’ van ervaring. Zo werd er veel angst en autoriteitsgevoeligheid ‘afgedrukt’ in het menselijk bewustzijn, zodat de galactische heersers hun macht en controle konden uitoefenen op de aardezielen.’

Het prille en ongevormde bewustzijn van de aardezielen was niet opgewassen tegen de verfijnde methoden van mind control die door de galactische rijken werden toegepast. Hun bewustzijn werd de gevangene van deze ‘hersenspoeling’. Je kunt je deze het beste voorstellen als een geestelijke dwangbuis die tot op het niveau van de lichaamsprocessen zijn uitwerking heeft. Dat betekende onder andere dat de werking van de menselijke hersenen werd beperkt in haar mogelijkheden door deze buitenaardse ingrepen.

De galactische strijders drukten hun vormen of energieën af in de mens, maar zij konden de aardezielen niet werkelijk hun vrijheid ontnemen. Hoe massief de invloed van buitenaardse, externe krachten ook was, de godvonk in het individuele zielebewustzijn bleef onverwoestbaar. Ziele-energie kan niet worden vernietigd, ze kan wel voor lange tijd versluierd worden. Hiermee hangt samen dat ego-krachten niet werkelijk scheppend of vernietigend kunnen zijn. Ze kunnen alleen stofwolken genereren die de godvonk versluieren of tijdelijk helemaal verbergen. Ego-krachten werken in en met het domein van illusie en onwetendheid. Deze vormen hun middelen om te creëren.

De aanval op de aardezielen bracht niet alleen duisternis. Het zou ook het begin inluiden van een verschuiving in het bewustzijn van de galactische strijders. Een verschuiving naar het volgende stadium van bewustzijnsgroei: de fase van verlichting of ‘tweede onschuld’.sneeuw

De galactische herkomst van de lichtwerkers

Wij willen nu ingaan op het aandeel van de lichtwerkers in deze geschiedenis. Wat jullie ‘lichtwerkers’ noemen is een groep zielen die vele levens achter de rug heeft op andere planeten dan de aarde. De lichtwerkers maakten deel uit van de hierboven beschreven geschiedenis van strijd en oorlog. Zij deden daar zelf aan mee.

De lichtwerkerzielen zijn medescheppers van de huidige mens op aarde. In deze donkere periode in hun verleden, waren zij erop gericht de menselijke natuur zo te sturen en te vormen, dat het menswezen dat geschapen werd in staat zou zijn hen te voorzien van bepaalde informatie. Het ging hier om informatie van ‘andere werkelijkheden’. Jullie wilden mensen uitsturen naar andere delen in het heelal via een soort ruimteschepen en hen gebruiken als doorgevers van kennis en informatie.

Cro Magnon mens

Ten tijde van de Cro-Magnonmens hebben jullie (lichtwerkers) genetisch ingegrepen in de natuurlijke mens zoals die toen bezig was zich te ontwikkelen. ‘Genetisch ingegrepen’ moet je hier opvatten als een ‘top-down’-proces van manipulatie: bewustzijn dat bepaalde vormen afdrukt in het menselijk organisme, dat zich tot op cellulair niveau daarnaar schikt. Het gevolg van deze ingreep was dat er in de Cro-Magnonmens een bijna robotachtig, mechanisch element werd ingebracht, dat hem een deel van zijn eigen kracht en bewustzijn ontnam, en dat hem beter liet functioneren als instrument voor jullie doeleinden. Er werd als het ware een kunstmatig implantaat ingebracht. Dit implantaat beperkte de vrijheid van de mens en zorgde ervoor dat hij beperkt werd in zijn ontplooiing, ook fysiek (in het bijzonder de hersenen).

In hun ingrijpen respecteerden de lichtwerkers niet de natuurlijke gang van het zich ontwikkelende leven. Zij respecteerden de integriteit van de zielen in de aapmensen niet. Op een bepaalde manier ontnamen zij hen hun vrije wil. In wezen kan dat niet, want de vrije wil kan niet teniet worden gedaan door krachten van buiten. Maar jullie waren veel machtiger en technologisch vaardiger, en de aapmensen waren zich nog niet echt bewust van hun vrije wil, dus jullie konden hen tot op grote hoogte manipuleren. In jullie benadering van de menswezens beschouwden jullie hen eigenlijk als een soort mechanieken. Jullie waren er in jullie bewustzijn nog niet aan toe het leven op zich te respecteren, in welke vorm het zich ook uitdrukt.

Hiermee spreken wij geen oordeel uit over deze donkere episode. Wij zijn één en ik ben zelf deel geweest van deze ontwikkelingsweg, niks ‘menselijks’ is mij vreemd. Op een niveau waarvan geen van ons toen de reikwijdte kon bevroeden, had dit hele vormingsproces van de mens, waaraan zoveel galactische invloeden schijnbaar op negatieve wijze bijdroegen, een diepere betekenis. Die was erin gelegen dat zoveel mogelijk aspecten van deze buitenaardse ‘rassen’ zich konden afdrukken in het mensenras, zodat deze aspecten, in plaats van met elkaar te strijden, zich op den duur gedwongen zouden zien zich te verenigen. De aarde is een smeltkroes van invloeden. De uiteindelijke bedoeling daarvan is: vreedzame coëxistentie van energieën die tevoren gedurende lange tijd met elkaar hadden gestreden op intergalactisch niveau.

In de strijd tussen de galactische rijken – voordat de mens ten tonele kwam – was er op een bepaalde manier een impasse ontstaan. De partijen bleven elkaar bestrijden, met nu eens een winnaar aan de ene zijde en dan weer een winnaar aan de andere kant. In dit proces trad na verloop van tijd geen vernieuwing meer op; het werd een herhaling van zetten. De aarde en de zich ontwikkelende mens boden uitzicht op iets nieuws, op een nieuwe mogelijkheid. De meeste galactische strijders die zich gretig op de mens stortten en hem naar hun hand trachtten te zetten, waren zich geheel niet bewust van deze dieperliggende bedoeling. Zij werden geleid door egocentrische doelen.

Deze egocentrische motivatie bleef gedurende lange tijd bestaan, ook tijdens het experiment met de zich ontwikkelende mensheid. Toch veranderde de vorming van de mens op aarde iets in het galactische bewustzijn. Langzamerhand ging een deel van de strijders steeds meer de rol van toeschouwer spelen. Het strijdtoneel had zich verplaatst naar de aarde, en hoewel zij nog steeds actief hun invloed lieten gelden, ook nog lang nadat de mens was uitgevormd, kregen zij toch meer afstand tot het geheel. Zij begonnen geleidelijk aan in hun wezen een zekere moeheid te ervaren, een moeheid ten opzichte van het eindeloze vechten. Langzamerhand ontwaakte er in hun bewustzijn een bepaalde ruimte, de ruimte voor iets anders dan strijden en vechten.

Het einde van de egofase van de lichtwerkers

Ben jij een lichtwerker?De lichtwerkerzielen onder de galactische strijders waren aan het einde van hun egofase gekomen. Zij hadden deze energie (onbewust) overgeheveld naar de aarde, naar een locatie waar die energie op dat moment energetisch welkom was. De mensheid verkeerde op dat moment aan het begin van haar egofase. Voor de galactische strijders trad nu een periode van bezinning in.

Zij stonden aan het begin van een evolutie, die wij als volgt kunnen beschrijven:

  • onbevredigd zijn door de werkzaamheid van een louter egogebaseerd bewustzijn, verlangen naar ‘iets anders’: het begin van het einde
  • bewustwording van je bindingen met het egobewustzijn; herkennen en geleidelijk aan loslaten van de daarmee gepaard gaande energieën (emoties, gedachten): het midden van het einde
  • sterven ten opzichte van de oude egogebaseerde energieën, je cocon afwerpen, je nieuwe zelf worden: het einde van het einde.
  • het ontwaken en opbloeien van een hartgedragen bewustzijn, gebaseerd op liefde en vrijheid; anderen helpen met de overgang

Deze evolutie beschrijft de overgang van een egogebaseerd bewustzijn naar een hartgedragen bewustzijn. Wij zouden meer of minder fasen kunnen onderscheiden dan deze, maar we kiezen deze indeling omdat ze vier duidelijk herkenbare stappen bevat. Wat van belang is te onthouden bij dit schema, is dat zowel de aarde, als de mensheid, als de galactische rijken, deze bewustzijnsfasen doormaken, alleen niet gelijktijdig.

De aarde is nu bezig fase 3 af te sluiten. Velen van jullie (lichtwerkers) zitten eveneens in de overgang van 3 naar 4. Er zijn ook grote delen van de mensheid die zich niet willen losmaken van een egogebaseerd bewustzijn. Zij zijn nog niet in fase 1 beland. Begrijp goed dat hier geen oordeel aan vast zit. Het is ook niet iets om je over druk te maken of treurnis over te voelen. Zie het eerder als een natuurlijk proces, zoals de groei van een plant. Je veroordeelt een bloem ook niet omdat die nog niet zo ver uit de knop is als een ander. Probeer het in dit licht te zien.

Het vellen van morele oordelen over de destructieve krachten van het egogebaseerde bewustzijn in jullie wereld, verzwakt je eigen kracht en het berust op onbegrip. Het verzwakt je eigen kracht omdat je je emotioneel opwindt (boos of bezorgd maakt). Vaak wordt die opwinding en verontwaardiging veroorzaakt door losse nieuwsfragmenten die de media jullie voorschotelt. Deze laten echter meestal alleen oppervlakteverschijnselen zien, niet de diepere onderstromen. Die emotionele opwinding is niet constructief, want je kunt haar niet omzetten in concrete positieve energie; je eigen energieniveau wordt er integendeel door naar beneden gehaald.

Het heeft geen zin om zielen, die zich goed voelen in de egogebaseerde bewustzijnswerkelijkheid, te willen veranderen of te ‘helpen’. Zij hebben jullie hulp niet nodig, want ze hebben geen hulpvraag. Zo simpel ligt dat. In hun bewustzijn ligt (nog) geen aanknopingspunt waardoor het ontvankelijk is voor de energieën die in jullie hart opbloeien. Jullie willen graag geven, maar vergeten daarbij wel eens jullie onderscheidingsvermogen te gebruiken. Dat leidt tot een verspilling van energie die vaak resulteert in zelftwijfel.

Wat het thema ‘helpen’ betreft, dat voor lichtwerkers een grote rol speelt in hun gevoelsleven, zullen we hieronder dieper ingaan op de talrijke valkuilen die het ‘helpinstinct’ met zich meebrengt. Het verkeerd begrijpen van wat ‘helpen’ inhoudt, vormt tragisch genoeg één van de voornaamste redenen waarom veel lichtwerkers fase 3 niet werkelijk kunnen afsluiten.

Wij willen nu eerst verder gaan met ons verhaal en daarmee ook ingaan op de herkomst van dit ‘helpinstinct’. Zoals gezegd zijn lichtwerkers afkomstig van sterrenstelsels die de mensheid beïnvloedden ten tijde van haar vorming. Toen jullie in de ‘toeschouwerfase’ terecht kwamen, raakten jullie uitgeput van het strijden om een macht die louter resulteerde in ’lege dominantie’: een vorm van onderwerping waarbij je de ander ontdoet van zijn eigenheid, zijn individualiteit, en hem omvormt naar jouw beeld. Deze vorm van omgaan met ‘het andere’ leidde niet tot verandering, maar maakte van jullie werkelijkheid een statische, voorspelbare realiteit. Toen jullie de leegheid hiervan gingen ervaren, ontstond er in jullie bewustzijn een opening naar meer licht. Een verlangen naar ‘iets anders’.aardeziel ontwikkelt haar ego

Jullie hadden fase 1 van de overgang naar een hartgecentreerd bewustzijn doorlopen. De ego-krachten in jullie wezen, die eonen lang vrij spel hadden gekregen, kwamen tot rust en er kwam ruimte voor iets anders. In jullie harten ontkiemde iets, een subtiele energie, een tere bloem. Moegestreden als jullie waren, waren jullie ontvankelijk voor deze energie en herkenden jullie haar als ‘het verlangen naar huis’. Dit ‘verlangen naar huis’, dit heimwee, hadden jullie helemaal vanaf het begin van jullie schepping met je meegedragen.

Net als de aardezielen hadden jullie ooit een oceanische eenheidstoestand gekend, waaruit geleidelijk individuele bewustzijnsvormen waren ontstaan. Daaruit waren jullie langzaam naar buiten getreden, met een grote drang naar exploratie en een vaag gemis, een heimwee naar die oertoestand van versmolten zijn met het geheel. Toen jullie eenmaal in de fase belandden dat jullie kennis maakten met de bewustzijnswerkelijkheid van het ego – een vast stadium in elke bewustzijnsontwikkeling – knaagde het gemis nog steeds aan jullie. Jullie besloten het toen over een andere boeg te gooien. Jullie gingen proberen dit vacuüm op te vullen met macht en zochten vervulling in de energie van winnen en veroveren.

Macht is in wezen de energie die het verste afstaat van eenheid. Door macht uit te oefenen, scheidt je jezelf af, je onderscheidt je van een ander. Door macht na te streven, raakten jullie nog verder af van dat thuisgevoel, dat eenheidsbewustzijn. Maar dit bleef lange tijd voor jullie versluierd, omdat macht sterk verbonden is met illusie. Macht kan haar ware aard gemakkelijk verbergen voor een naïef en onbeproefd bewustzijn. Macht creëert de illusie van rijkdom, vervulling, erkenning, ja zelfs liefde. De egofase is een onbeperkte verkenning van het terrein van macht: winnen, verliezen, veroveren, strijden, dader én slachtoffer zijn.

Innerlijk treedt er in deze fase een bepaalde verscheurdheid op in de ziel. De egofase vormt een grote aanslag op de integriteit van de ziel. Met integriteit wordt hier bedoeld: innerlijke eenheid en heelheid van het bewustzijn. Met de intrede van het egobewustzijn raakt de ziel innerlijk diep verdeeld of gespleten. Zij raakt haar onschuld kwijt. De ziel weet innerlijk dat zij ‘fout zit’ wanneer zij andere levende wezens schade toebrengt of vernietigt. Zij zit niet fout ten opzichte van één of andere objectieve wet of rechter die over haar oordeelt. Zij voelt innerlijk (onbewust) aan dat de destructieve kant van het machtsstreven gepaard gaat met een grote minachting voor het leven, het leven waarvan zij zelf voortbrengster én vrucht is. Zij voelt dus diep in haar innerlijk dat zij iets tegenstrijdigs doet, iets dat in strijd is met haar eigen diepste goddelijke kern. Die diepste goddelijke kern is scheppend en levengevend. Wanneer de ziel een tijdlang opereert vanuit het streven om persoonlijke macht te vergroten, ontstaat er diep van binnen en zonder dat zij zich hiervan bewust is een schuldgevoel. Er is geen instantie buiten de ziel die schuld aan haar toekent. Het is de ziel zelf die ergens het besef heeft haar onschuld te verliezen, in het spel van veroveren en onderwerpen, winnen en verliezen. Er is daarom sprake van een groeiend gevoel van onwaardig zijn, dat de ziel bekruipt wanneer zij de egokrachten in zich ontplooit.

De egofase is een noodzakelijke stap in de vorming van een volledig ik-bewustzijn. Zij vertegenwoordigt eigenlijk de fase van het doorleven van één aspect van dit bewustzijn, de wil, in al haar facetten. Aan het eind van deze ontwikkeling zijn deze facetten allemaal beleefd, en kan het brandpunt van het bewustzijn langzaam verschuiven naar het hart. Hierbij is het niet de bedoeling dat het ego of de persoonlijke wil worden overwonnen of vernietigd, maar dat zij het natuurlijke verlengstuk worden van het hart, van het verlangen naar liefde en eenheid. De energie die in de wil zetelt, accepteert dan vrijwillig en op basis van een door ervaring geschraagd weten het hart als haar leidsvrouw.aardeziel ontwikkelt haar ego

Toen de lichtwerkers in fase 2 belandden van de overgang van egogebaseerd naar hartgedragen bewustzijn, ontstond in een deel van hen het oprechte verlangen goed te maken wat zij op aarde hadden misdaan. Zij zagen in dat zij het leven onrecht hadden gedaan, dat zij het zich spontaan ontwikkelende bewustzijn op aarde aan banden hadden gelegd en hadden beperkt in haar ontplooiing. Zij wilden de mens bevrijden van deze banden van angst en onvrijheid, die veel duisternis hadden voortgebracht, en zij voelden dat zij deze taak het beste konden volbrengen door zélf te incarneren in mensenlichamen, op aarde.

De lichtwerkers incarneerden dus in mensenlichamen, die deels door henzelf waren gecreëerd, om van binnenuit te transformeren wat zijzelf hadden geschapen.

De zielen die met deze missie naar de aarde kwamen, stelden zich tot doel het licht weer te ontsteken in hun eigen (gemanipuleerde) creaties. Zij deden dit vanuit een verantwoordelijkheidsgevoel, en ook vanuit een weten dat zij deze karmische last op zich moesten nemen, om werkelijk innerlijk vrij te worden van hun verleden.

gesprekken-Jeshua
Pamela Kribbe’s boek

 

© Pamela Kribbe  www.pamela-kribbe.nl

Deze channeling is afkomstig uit het boek ‘Gesprekken met Jeshua’ van Pamela Kribbe.

Voor meer informatie over dit boek of om te bestellen, klik op het plaatje:  of ga direct naar Bol.com

Foto van Gast Auteur

Gast Auteur

Verzamelnaam voor alle artikelen die door gast auteurs zijn geschreven. Ook met ons samenwerken? Wij werken graag samen bewuste ondernemers die een mooiere plek maken van deze wereld. Je leest er hier meer over

Overige artikelen

Kiezen voor jouw ‘zelf’
70 manieren waarop aromatherapie en essentiële oliën je meteen kunnen helpen
Je plek in de kinderrij… Hoe beïnvloedt die je dagelijkse leven?
Mijn Helende Reis naar meer lichtheid en plezier
Is spiritualiteit een andere ego identiteit geworden?
Je genen & DNA veranderen met je gedachten – kan dat?
Verlicht zijn, een levensmissie? Zielservaringen en levenslessen…
Synchroniciteit, toeval of niet?
Moeilijke moeders: het is nu tijd om je eigen ruimte in te nemen
Woede is van onschatbare waarde!
Deze ‘levenseinde doula’ begeleidt mensen vredig naar hun dood
Lekker Eigenwijs zijn: hoe we kinderen hierin kunnen begeleiden