Als ik niet vergeef
kwel ik mijzelf.
Als ik wel vergeef zal ik gelukkiger zijn.
Als ik vergeef
verdwijnt mijn angst
Als ik vasthoud aan gevoelens van wraak of wrok
zal ik dan wel aan anderen liefde kunnen geven?
Als ik vasthoud aan gevoelens van wraak of wrok
houd ik dan wel van mijzelf?
Als ik jou vergeef
ben ik het dan vergeten?
Een stuk van mij heb je afgenomen.
Het lijkt nooit meer goed te komen.
En toch moet ik verder.
Ik moet verder met mijn leven.
Ik kan niet achterom blijven kijken.
Als ik jou vergeven kan,
zal jouw daad blijven bestaan,
maar als ik jou vergeef,
kan ik wel verder met mijzelf.
Als ik jou niet vergeef
blijf ik zitten met een pijn.
Als ik jou vergeef
sluit ik mijn woede af.
Als ik jou vergeef
geef ik lucht aan mijzelf, opdat ik niet ziek wordt.
Als ik jou vergeef
moet ik dat doen met gevoelens van warmte of
liefde jegens jou.
Hoe moeilijk is dat voor mij?
Ik zit mijzelf in de weg.
Ik wil niet langer gevangen zijn in mijzelf
en in mijn eigen gevangenis.
Ik wil mijzelf niet nog verder straffen.
Ik moet jou vergeven omdat ik van mijzelf hou.
Misschien ben jij mij allang vergeten.
Ik schaam mij als ik jou niet vergeven kan.
Vergeven is mijn nieuwe weg in dit leven.
Ik wil volmaakt gelukkig zijn.
Ik vergeef je en zal in liefde aan je denken.
Ik zal positiviteit naar jou zenden.
Ik wens jou veel geluk toe.
Ik laat je verder los uit mijn gedachten.
Ik ga verder met mijn leven.
Kijk, zo sterk ben ik.
Ik kan het en ik doe het.
Ik ben de meest waardevolle persoon in mijn leven.
Wu-men Hui-hai (1183-1260)