Sta aan mijn graf zonder verdriet
ik ben daar niet, ik slaap er niet
Ik ben de wolken, door de wind gewaaid
de sneeuw met diamant bezaaid
Ik ben de zon op het volle koren
de stilte van het ochtendgloren
waarin jij, die de dag begint
de cirkelvlucht van vogels vindt
Ik ben de lenteregens, zacht
de sterrenschitterring in de nacht
Sta aan mijn graf zonder een traan
ik ben daar niet, niet dood gegaan
Uit het boek ‘Wijsheid van een Sterrenkind‘