Het overkomt waarschijnlijk iedereen die zich op het pad van transformatie bevindt. Het is volkomen normaal. Maar daarom is het niet minder pijnlijk. Het afscheid moeten nemen van oude relaties. Het los moeten laten van verbindingen met mensen, situaties of plaatsen die we hebben aangetrokken vanuit onze oude patronen en onze groei niet langer dienen.
Als iets onze groei niet meer dient, wordt het ‘toxic’ en is het tijd het los te laten. Maar wanneer je energie en liefde hebt geïnvesteerd in die verbindingen doet het altijd weer pijn.
Enige tijd geleden was het weer zover. Twee oude verbindingen waarvan het pijnlijk duidelijk was geworden dat ze niet goed meer voor me waren. Ondanks dat ik wist dat loslaten het beste was, kon ik niet stoppen met huilen. Instinctief zocht ik naar alles wat mijn pijn kon verzachten: roze bloemen, hartvormige kussens, roze, veel roze… maar ik bleef huilen. Ik kon het gevoel dat ik het slachtoffer was van iets pijnlijks en onrechtvaardigs maar niet loslaten.
Plotseling werd ik me bewust van een sterk getintel aan mijn linkerbeen. Ik voelde het al een dag of twee, maar nu was het zo sterk dat ik het niet meer kon negeren.
Ik ken dat getintel. Het is de energie van Áyra, een bijzonder en uiterst gevoelig kind van mij uit een vorig leven. Omdat ik in dat leven zijn vader was, noemt hij me nog steeds ‘papa’.
‘Waarom huil je, papa?’ zei hij.
‘Ik ben zo teleurgesteld in mensen,’ snufte ik door mijn tranen door. ‘Zo teleurgesteld… het doet mijn hart pijn.’
‘Maar papa… ben je dan met je hart tegen de verkeerde mensen aangelopen?’
Ik schoot in de lach en lachte door mijn tranen heen. Hij had gelijk!
Er was niets mis met mij, of mijn hart, en ik was geen slachtoffer van de willekeur van het universum. Ik was gewoon zelf met mijn gevoelige hart tegen de verkeerde mensen aangelopen!
En met verkeerd bedoel ik: mensen die niet goed zijn voor mij. Niet dat er iets inherent verkeerd aan hen is. Maar zoals wel vaker had ik, net als veel hooggevoelige mensen, vooral de potentie van de personen in kwestie gezien, hun ware zelf, en de oude zielsrelaties die ik me ze had. De vorige levens en liefdes die we hadden gedeeld.
Wat ik niet had gezien, waren de ongeheelde en duistere stukjes, die de relatie uiteindelijk de das omdeden.
Nu zijn ongeheelde stukjes op zich geen probleem. We hebben ze allemaal. Als we er ons maar bewust van zijn en genoeg zelfreflectie hebben, en de verantwoordelijkheid nemen om ze onder ogen te zien staan ze een gezonde relatie of vriendschap niet in de weg. Integendeel. Met genoeg (zelf)bewustzijn en vertrouwen zijn relaties bij uitstek geschikt om die stukjes aan het licht te brengen en te helen.
Het wordt pas een probleem als ze niet onderkend worden. Zoals de beroemde psychiater Carl Jung zo mooi zegt: ‘Een mens raakt niet verlicht door aan lichte figuren te denken, maar door zich van de duisternis bewust te maken.’ Je eigen duisternis wordt pas een probleem als je haar niet onderkent, want dan gaat ze jou en je relaties beheersen.
Ik zat met Áyra op mijn schoot te peinzen en zag in mijn verbeelding hoe ik mijn hart-energie had weggeven op plaatsen waar die niet thuis hoorde.
Als we relaties met elkaar aangaan, gaan we ook energetisch gezien een verbinding aan. Iets van onszelf: onze liefde, onze loyaliteit, onze onschuld, onze hoop kan bij de ander blijven hangen, lang nadat de relatie verbroken is. En andersom kunnen wij drager zijn geworden voor energie van die ander.
Daarom is het vaak zo moeilijk een relatie, hoe ongezond geworden ook, los te laten: we voelen instinctief dat er nog iets eigens, iets kostbaars van onszelf bij de ander zit. Het hunkeren naar een ongezonde ander is vaak feitelijk een hunkeren naar onszelf.
Ik zag kleine roze hartjes, mini-versies van mijn hart bij de anderen zitten en ging in meditatie om ze terug te halen. Toen gaf ik alle energie die niet van mij was, maar van de anderen over aan de engelen om mee te nemen naar het licht. Vervolgens vroeg ik aan aartsengel Michael de verbindingen liefdevol los te maken. Zo! Dat luchtte op.
Het getintel bleef en ik ging weer met mijn aanacht naar het kind dat bij me was.
Weer ‘hoorde’ ik Áyra’s stemmetje:
‘Ben je dan teleurgesteld in jezelf?’
Weer een goeie. Ja, dat ik mezelf toch weer voor de gek gehouden heb. Dat ik signalen te lang genegeerd heb. Dat ik het niet heb willen zien. Ik moet ook mezelf nog vergeven.
Wat me in het hele proces nog steeds verbaast, is de liefde en loyaliteit van hen, die ik lang geleden familie mocht noemen. Wanneer het leven me even teveel wordt, staan ze onmiddellijk klaar om te troosten met hun omhelzingen en wijsheid. En de grootste wijsheid kwam zoals zo vaak van een kind!