Er is veel geschreven over je schaduw en wat het is. Het idee is duidelijk. Schaduw is iets wat we onderdrukken en verstoppen voor anderen en, in de meeste gevallen, voor onszelf. Waar komt het vandaan en wat kunnen we doen om deze schaduw te integreren of te helen?
Laten we beginnen door ons af te vragen waarom we een schaduw hebben. Komt het doordat we een duisternis in onze kern hebben, of neemt deze schaduw vorm aan gedurende ons leven als overblijfsel van angst, woede, schaamte en schuldgevoel, dat we allemaal proberen te ontwijken? Ik zou zeggen, een beetje van beiden. Collectief als mensen dragen we allemaal trauma mee, gelinkt aan het lijden en de agressie van onze voorouders. Maar voor het grootste gedeelte ontwikkelt onze schaduw zich tijdens dit leven, in de vorm van een complexe en verfijnde persoonlijkheid die bij ons blijft als een gevoel van controle.
“Wat je het meeste nodig hebt, vind je waar je het minst wilt zoeken, maar je moet doelbewust zoeken. Als het je achternazit, dan ben je de prooi; als je het confronteert, kun je het overstijgen.” – Jordan Peterson
Diep vanbinnen zijn we kwetsbaar, maar dat proberen we te verstoppen
Onze innerlijke wereld is complex en voor sommige ondraaglijk. We zijn continu bang dat onze tegenstrijdige complexiteit wordt blootgesteld, aan onszelf en aan anderen. En dus schermen we ons liever af dan dat we de dieptes van ons psyche induiken en meer bewustzijn verwelkomen. Hoe bewuster we zijn, hoe verantwoordelijker we zijn voor onze acties. Eén van de redenen waarom we onze schaduw zo zorgvuldig verstoppen, is dat we die verantwoordelijkheid van onze acties niet willen dragen. Daarom zijn onze kwetsbaarheid en schaduw zo nauw verweven.
Er bestaan veel effectieve manieren om je niet kwetsbaar te voelen en een gevoel van onschuld te behouden. Strikte morele regels naleven, je houden aan een ideologie – sociaal, politiek of spiritueel – of steunen op religieuze dogmatiek; allemaal zorgen ze voor een bepaalde soort bescherming. De soort waarin we onszelf kunnen wiegen met gevoelens van rechtvaardigheid en onschuld. Dit alles wil niet zeggen dat we niet moeten proberen om moreel te handelen of het geloof moeten ontlopen, maar juist dat we bewust moeten worden wanneer we het gebruiken om ons superieur aan anderen te voelen. Verrassend genoeg is onze wens om onschuldig te blijven zelf ook een grote schaduw.
Wanneer we dus druk bezig zijn om te onderdrukken en beheersen, voedt de schaduw zich en groeit het met iedere poging om afwijzing, vernedering of straf tegen te gaan, alsook situaties waarin we ons schuldig voelen of schamen.
Hier volgen wat voorbeelden van hoe onze schaduw schuilt in onze kwetsbaarheid. Stel, we willen erkenning krijgen voor iets dat we hebben gedaan. In plaats van om erkenning te vragen, vermommen we het als valse bescheidenheid en raken we verbitterd omdat we niet de aandacht krijgen die we denken te verdienen. Een ander voorbeeld is onze behoefte om ergens thuis te horen en belangrijk te zijn voor anderen. Maar, nogmaals, in plaats van deze behoefte te communiceren, wat ons kwetsbaar zou maken voor afwijzingen, laten we anderen zich belangrijk voelen in de hoop dat onze acties geprezen worden. In de loop der tijd hebben we ontelbare verfijnde manieren ontwikkeld om onze schaduw te verhullen en een gevoel van controle te behouden.
Integratie van schaduw begint met een eerlijkheid die nergens anders om vraagt
Zoals we kunnen zien, heeft de meeste schaduw te maken met pogingen om te overleven. Dit gebeurt als we met onze omgeving omgaan als slachtoffers, respect krijgen door valse bescheidenheid, morele superioriteit en andere manieren van manipulatie. Als we het hebben over schaduwintegratie, dan is het cruciaal om precies te zijn over wat de facetten van onze schaduw zijn.
Zo willen we, bijvoorbeeld, kunnen zeggen dat ‘ik lach naar anderen zodat ik niet word aangevallen’, zonder hierover te oordelen, of ‘ik beheers mijn partner door hem of haar schuldig te laten voelen’. Een oordeel over wat we ontdekken is een verborgen poging om een slachtofferrol aan te nemen en een excuus te vinden. Het ‘waarom’ is van secundair belang, want de lijst met redenen is eindeloos en het uiteindelijke beginpunt is lastig vast te stellen, maar de neiging om onze kwetsbaarheid te beperken blijft.
Dit is een mooi moment om te zeggen dat schaduwintegratie niet gaat over boetedoening, maar over het begrijpen van de innerlijke processen van kwetsbaarheid en bescherming, die nauw verbonden zijn met ons overlevingsgevoel, zowel fysiek als emotioneel.
Daarnaast willen we onze schaduwen confronteren, niet om ons daarna beter of lichter te voelen, maar om onszelf beter te integreren en minder dat gevoel van afsplitsing te voelen, dat onze schaduw veroorzaakt. We willen de integriteit terugbrengen die voortkomt uit de verantwoordelijkheid van het deel uitmaken van een geschiedenis en cultuur die veel lijden kent en groter is dan ons als individuen. Onze schaduw integreren impliceert dat we de duisternis toestaan deel van ons te zijn, zonder het te willen overstijgen.
Hoop niet op een leven zonder pijn
Als we onze schaduw confronteren, willen we volledige eigendom nemen van de agressie, angst, zelfzuchtigheid of hebzucht die deel van ons uitmaakt. We willen allereerst onszelf duidelijk maken hoe we onze machtspelletjes spelen en controle zoeken. Deze erkenning zorgt niet per se voor minder pijn naar onszelf of anderen, of stelt ons in staat om te veranderen. Schaduwintegratie heeft geen zekere uitkomst en dat is lastig om te accepteren. Wat we hier doen is ‘gewoon’ iets aan het licht brengen dat verborgen ligt, zonder het meer of minder significant of dramatisch te maken, maar om het te zien zoals het is en ons er daardoor bewuster van te worden.
Hoe emotioneler we ons de persoonlijkheid van de schaduw voorstellen, hoe minder integratie er plaatsvindt. Schaduwintegratie moet een niet-dramatische handeling zijn, omgeven door een vleugje nonchalance, waarbij we observeren wie we zijn geworden. Tijdens deze observatie willen we de pijn voelen van leugens, bedrog en het kwetsen van anderen. In dit proces is het weglaten van oordelen, positief of negatief, een ongelooflijke uitdaging. Hoe kun je ‘geen commentaar’ hebben op wat we zien als een persoonlijke ervaring? We moeten begrijpen dat ieder commentaar ook een poging is om de ervaring te veranderen, of het nu bevrijdend of straffend is.
De schaduw helen is een magisch proces waarin we deelnemer zijn, geen regisseur
De grote uitdaging van schaduwintegratie is het vergroten van ons vermogen om bij een ervaring te blijven zonder gebruik te maken van ons vermogen het te veranderen. Wat gebeurd is, ligt in het verleden en kan niet ongedaan worden gemaakt; je kunt het alleen in je gedachten houden. Door het daar geduldig te houden, zul je meer facetten ervan gaan zien. Net als wanneer een kind zich bezeert, kunnen we ze alleen vasthouden om de pijn te delen of te wachten tot het heelt, maar de magie van het helen heeft haar eigen mysterieuze tijdpad.
Als we ons onze schaduw toe-eigenen, zet het ons in een hulpeloze en nederige positie. Het geeft onze beperkingen weer en dat is iets wat we niet willen voelen. Het maximaliseren van ons potentieel voor onze eigen gevoelens van superioriteit is niets dan een andere schaduw. De beperkingen van onze potentie erkennen, zonder onze krachten te onderschatten of valse bescheidenheid te tonen, stelt ons in staat ons licht te delen.
Het leven komt met een hele hoop beperkingen en de schaduw probeert zich met het leven te bemoeien. Onze schaduw confronteren is een spirituele handeling, omdat we weer wat meer van onze menselijke totaliteit omarmen en toestaan te bestaan. Door deze ervaring kunnen we in contact komen met een nederigheid en eenvoud die ons vaak in onze kern kan raken, wat het mystiek betekenisvol maakt en ons verbreedt.
Integratie komt van een plaats die niet-dramatisch is, omdat drama altijd een kant kiest en omdat drama ons weerhoudt van de eenvoud van het erkennen van de menselijke complexiteit. Schaduwintegratie is een levenslang en zelfs magisch proces. Het vindt plaats wanneer we compleet eerlijk zijn, wanneer we alle deals met God of het Lot laten varen, en ons overgeven aan wat we in essentie zijn: kwetsbaar. We willen de pijn uitnodigen die onze schaduw ons laat zien, zonder te zoeken naar verlossing. Je zou kunnen zeggen dat, iedere keer dat we ‘ja’ zeggen tegen een schaduw-deel in ons, we akkoord gaan om de onophoudelijke kwetsbaarheid van het mens-zijn in te stappen.
Dat is waar integratie begint.